Je staat met je lichaam richting het veld, met je voeten op of achter de lijn en met beide handen gooi je de bal van achter je hoofd bovenlangs het veld in. Dat zijn de regels voor een inworp bij voetbal. De basis voor de regels van voetbal zoals we die nu kennen, werd voor het eerst vastgelegd in 1848 op de universiteit van Cambridge. Regels waren toen hard nodig om het spel in goede banen te leiden en gewelddadige situaties te voorkomen. Voor die tijd had iedere club zijn eigen regels. Hierdoor was er heel vaak ruzie op het veld. In 1863 werden de nieuwe regels overgenomen door de in dat jaar opgerichte Football Association, de Engelse nationale voetbalbond. Toen in 1904 ook de internationale voetbalbond FIFA werd opgericht, kwamen er internationale competities. Dat was het begin van de wereldwijde voetbalmanie die we nu kennen. Hoewel het principe van het spel vrij eenvoudig is, zijn zaken als de manier waarop een speler strafschoppen, doelschoppen en hoekschoppen moet uitvoeren voor iedereen vastgelegd. Ook de bal moet aan specifieke regels voldoen qua vorm, materiaal, formaat, gewicht en luchtdruk. De regels bepalen op die manier niet alleen het spel, ze bepalen ook hoe je je als speler met de bal kunt bewegen over het veld. Dit leidt soms tot spectaculaire manoeuvres op het veld.