Van hand naar tand

Van hand naar tand

27 maart 2023
Artikel
Uit de tentoonstelling

Praten doe je niet met volle mond en ellenbogen horen niet op tafel tijdens het eten. Dat je eet met mes, vork en lepel is voor veel mensen normaal. Je eerste babyhapjes worden je met een lepel gevoerd. Daarna oefen je tot je een volleerd bestekgebruiker bent en je zonder erbij na te denken prikt, prakt, snijdt en schuift. Eeuwenlang droegen mensen hun eigen bestek bij zich, pas vanaf 1800 stelde een gastheer bestek beschikbaar voor gasten. Etiquette voor tijdens het eten werd een vast onderdeel van de opvoeding van jongeren uit de bovenste lagen van de samenleving. In de 19e eeuw werd er een manier uitgevonden om een dun laagje zilver op een voorwerp aan te brengen; zo werd het goedkoper om zilveren producten te maken. Hierdoor kon er massaal minder duur bestek geproduceerd worden. Dit betekende een enorme toename aan nieuwe types bestek: opscheplepels, fruitlepels, zoutlepels, gebaksvorken, thee- en suikerschepjes, ga zo maar door. Het op de juiste manier gebruiken van iedere soort bestek was vreselijk belangrijk. Zo moest je rond 1900 de lepel na het eten van de soep met de bolle kant naar boven leggen, schilde je sinaasappelen en mandarijnen met een dessertlepel en werden alle gerechten met mes en vork gegeten, als je de ellenbogen tijdens het gebruik maar tegen je lichaam aan hield.