Els de Baan is modejournalist. Ze gaf ruim 33 jaar les aan studenten van Willem de Kooning Academy in Rotterdam. Voor de Derde Verdieping schreef ze onderstaand artikel.
‘Als je haar maar goed zit’ zong de Nederlandse band Vulcano in 1983 al. Want als dat goed zit, komt alles wel in orde. Veertig jaar later is de tekst nog steeds actueel, want ook vandaag de dag is het voor veel mensen belangrijk om een mooi kapsel te hebben. Een ‘bad hairday’ is voor velen een lijdensweg. Een kapsel speelt nu eenmaal een belangrijke rol bij de eerste indruk die we op iemand maken. En laten we eerlijk zijn: we willen toch allemaal een goede indruk achterlaten?
Voorbeeldfiguren
De kapsels van bekende internationale en nationale personen hebben een grote invloed op de kapselkeuzes van jongens en mannen. Zo zorgde voormalig profvoetballer, David Beckham (Leytonstone, 1975), jarenlang voor nieuwe trends. Zijn voortdurend wisselende haardracht was voor veel jongeren een inspiratiebron.
Ook huidige voetbalsterren zijn niet bang om verschillende kapsels uit te proberen. De ene voetballer komt bijvoorbeeld het voetbalveld opgelopen met opgeschoren zijkanten en geblondeerde of felgekleurde lokken, terwijl de andere voetbalster wordt geprezen om zijn kapsel met meerdere strakke scheidingen of ingeschoren motieven.
Vrouwen laten zich voor hun kapsels niet door sporters inspireren maar door andere beroemdheden zoals influencers, actrices en zangeressen. Zij willen niets liever hebben dan dezelfde weelderige, lange lokken van Beyoncé, Kim Kardashian en Kendall Jenner.
Rebelleren
Hoewel je met een kapsel mee kunt doen aan de mode, is het ook een manier om je af te zetten tegen de maatschappij of het ouderlijk gezag. Al decennialang rebelleren jongeren met afwijkende kleding en kapsels tegen oudere generaties. De Nozems – een groep opstandige jongeren uit de jaren vijftig van de vorige eeuw – zijn hiervan een goed voorbeeld.
Volgens oudere generaties hangen deze jongeren maar wat doelloos rond. Gekleed in stoere, leren jasjes en spijkerbroeken en met aandachttrekkende, forse haarkuiven onderscheiden ze zich doelbewust van hun keurig geklede vaders. Deze dragen degelijke kostuums en hebben korte kapsels.
Ouders en leraren konden de kledingkeuze en haardracht van de Nozems niet waarderen. Zulke outfits en kapsels zagen zij als een openlijke vorm van ‘dwarsliggen’. Zij hadden juist geleerd dat je in het leven alleen kon slagen wanneer je hard werkte, goed je best deed en goed voor de dag kwam. Eigenzinnige kleding, kuifkapsels en torenhoog haar paste totaal niet bij dat beeld.
Maar de openlijke afkeuring van ouders en leraren zorgde er niet voor dat er een einde kwam aan afwijkende kapsels en kleding. In werkelijkheid waren de Nozems pas het begin van een onstuimige opmars rebellerende jongeren. Zowel de hippies met exotische kleding en wilde haren als de punkers met gescheurde kleren en gekleurde hanenkammen moesten nog komen.
Mannenkapsels in de zeventiende eeuw
Toch waren de Nozems niet de eersten die voor opschudding zorgden. Ook al eerder in de geschiedenis zorgde bepaalde kapselkeuzes regelmatig voor commotie. Zo kwam in de loop van de zeventiende eeuw lang haar voor mannen in de mode. Dat was ongebruikelijk want in die tijd was het voor mannen ongepast om lang haar te hebben. Protestantse dominees protesteerden luidkeels tegen het kapsel.
Zij spoorden de heren aan om hun ‘wilde haren’ af te knippen. Volgens hen was een kapsel bedoeld om het uiterlijke verschil tussen mannen en vrouwen zichtbaar te maken: vrouwen hadden lang haar, mannen hadden korte kapsels. Zij noemden een man met lange haren onnatuurlijk, of zelfs monsterlijk. Toch lijkt het erop dat mannen zich weinig aantrokken van deze preken. Op portretten uit deze tijd zijn veel mannen afgebeeld met lange haren. Kennelijk volgden ze liever de laatste mode dan de woorden van de predikant.
Vrouwenkapsels in de twintigste eeuw
Daar waar mannen in de zeventiende eeuw hun haren lieten groeien, lieten vrouwen in de jaren twintig van de vorige eeuw hun haar juist in kort kapsel knippen. Dit had alles met het einde van de Eerste Wereldoorlog te maken. Vrouwen wilden zich bevrijden van allerlei beperkende gewoontes en gingen – net als mannen – autorijden, roken en… hun haar afknippen!
Hierdoor hadden vrouwen ineens een ‘jongensachtig’ kapsel. Overigens moeten we die term wel met een korreltje zout nemen. Ondanks dat het vrouwenkapsel voor die tijd schrikbarend kort was, was het nog altijd langer dan het haar van de mannen. Doordat vrouwen luxe, vrouwelijke haarspelden- en bandjes in hun korte kapsels droegen, bleef het verschil tussen mannen en vrouwen goed herkenbaar.
Maar ruim veertig decennia later – in de jaren zestig en zeventig – werd het verschil tussen mannen- en vrouwenkapsels minder goed zichtbaar. In deze periode kwamen voor het eerst ‘uniseks’-kapsels in de mode. Een bekend voorbeeld is het ‘rattenkopje’: een kapsel met ultrakorte stekeltjes afkomstig uit het leger. Niet alleen soldaten lieten hun haar in een rattenkopje knippen, ook onder schooljongens en vrouwen werd het een populaire haardracht.
Pruiken
Maar wie denkt dat kapsels alleen van écht haar gemaakt werden, zit er goed naast. Zo was een pruik in de achttiende eeuw een onmisbaar modeartikel voor mensen uit deftige kringen. In deze periode – ook wel De Pruikentijd genoemd – wisselden haartrends elkaar snel af. Het ene moment droegen de heren van stand twee horizontale haarrollen boven hun oren, het volgende moment waren weer drie of meer haarrollen in de mode. De lengte van hun staartje en de vorm van de strik in hun haar waren voor hen eveneens belangrijke toevoegingen aan hun verfijnde kapsels.
Net als voor de mannen, kon het ook voor deftige vrouwen in deze periode niet gek genoeg. Modeprenten uit die tijd laten merkwaardige pruikmodellen zien. Zo droegen de dames enorm hoge pruiken die met van alles versierd werden: naast parelkettingen en juwelen verwerkten zij zelfs scheepsmodellen en bloemenmanden in hun haarstukken. Maar hoe een vrouw zo’n gevaarte op haar hoofd kon houden, blijft een raadsel.
Ook vandaag de dag worden er nog pruiken gedragen. Zo worden er ieder jaar rond carnaval en Halloween kleurige haarstukjes uit de verkleedkist gehaald. Ook is de pruik een oplossing voor mensen die geheel of gedeeltelijk kaal zijn door een ziekte of medische behandeling.
Als je haar maar goed zit
Profvoetballers, Kim Kardashian, de mannen uit de zeventiende eeuw, de vrouwen uit je de jaren twintig en de mensen uit De Pruikentijd. In eerste instantie lijken ze niets met elkaar gemeen te hebben. Maar wie dat denkt, zit er goed naast. Want als zij één ding met elkaar gemeen hebben, is dat zij allemaal veel waarde hecht(t)en aan hun kapsels: als je haar maar goed zit!