Geen project werd zozeer het uithangbord van het moderne Nederland als de luchthaven Schiphol in de buurt van Amsterdam. Het nieuwe Schiphol van de jaren zestig zou een geweldige stap vooruit zijn. Met een geschiedenis in de luchtvaart als de vliegmaatschappij KLM en een grote vooroorlogse vliegtuigindustrie zou begin jaren zestig ook de luchthaven Schiphol drastisch vernieuwen. Van een eenvoudig vliegveld met beperkte faciliteiten wilde de directie met een totaal nieuw ontwerp aansluiten bij het groeiende internationale luchtverkeer.
Het ontwerp van het gebouw is van architect Marius Duintjer (1908-1983), die zeer internationaal georiënteerd was, bij Le Corbusier (1887-1965) had gewerkt en sterk beïnvloed werd door Japanse architectuur. Het zogenaamde Stationsgebouw Schiphol had verschillende niveaus voor afhandeling van passagiers en bagage en de luchthaven kende voor het eerst in Europa een aviobrug voor de vliegtuigen.
Leidend in het ontwerp was echter de organisatie en het ontwerp van het interieur, dat aan de interieurarchitect Kho Liang Ie (1927-1975) werd toevertrouwd. Kho was opgegroeid in kringen van Goed Wonen en het naoorlogse modernisme, dat zich zeer op de beschavende werking van het woonhuisinterieur had gericht. Kho was echter ook zeer geïnteresseerd in organisatie en gebruik van het institutionele interieur. Voor de Schipholopdracht ondernam hij een studiereis naar Amerikaanse luchthavens. Zijn ontwerp voor Schiphol blonk uit in heldere analyse van de passagiersstromen, functies en een systematische ordening van interieurelementen.
Daarvoor riep hij ook de hulp in van Benno Wissing (1923-2008) van het net opgerichte ontwerpbureau Total Design. Wissing ontwierp een internationaal begrijpelijke bewegwijzering met een scheiding van reisinformatie (in geel) en ondersteunende faciliteiten (in groen). Toch begreep Kho Liang Ie als geen ander dat naast efficiëntie ook minder rationele overwegingen een rol speelden bij het ontwerp van Schiphol.
“Dit werk verdraagt eigenlijk geen verweer. Ik koop een schilderij omdat ik het mooi vind – er is geen verweer mogelijk voor de kunstenaar. Die heeft het zo gemaakt en niet anders.” — Kho Liang Ie, interieurarchitect (1968)
(Contrapunt)
Het moderne Schiphol werd al spoedig in de Hollandpromotie opgenomen. De moderne vormgeving van de nationale luchthaven drukte de gewenste waarden van de verzorgingsstaat als democratisch, transparant en progressief treffend uit. Al gauw werd dit modernisme voor typisch Nederlands gehouden. De paradox was natuurlijk dat de ontwerpers juist een internationale vormentaal wensten te ontwikkelen die ook naadloos paste in een internationaal moderne stijl.
De grenzen van dit modernisme werden opgezocht in een grote opdracht die het bureau van Kho Liang Ie na Schiphol halverwege de jaren zeventig ontving om het interieur van de luchthaven van Lagos in Nigeria te ontwerpen. De internationale vormgeving werd aan de plaatselijke cultuur aangepast door toepassing van Afrikaanse kunstwerken en de ontwikkeling van een nieuw pictogrammensysteem.