Posthuman

Onze favoriete posthuman non-fictie boeken

22 oktober 2020
Boek

De tentoonstelling BodyDrift – Anatomies of the Future laat zien hoe kunstenaars en ontwerpers nadenken over de toekomst van het menselijk lichaam. Ook wetenschappers hebben hier natuurlijk uitgebreid over geschreven. Dit zijn de favoriete non-fictie boeken van de medewerkers van het museum over de thema’s van de tentoonstelling.

The Posthuman – Rosi Braidotti (2013)
Een absoluut essentiële cultuurfilosofische analyse van het posthumanisme. Moeten we de posthuman condition als een bedreiging zien? Of moeten we deze juist aangrijpen om nieuwe sociale banden te smeden en een werkelijk leefbare toekomst op planeet aarde mogelijk te kunnen maken? Om daar te komen dienen we af te rekenen met de idee dat de (witte, westerse, mannelijke) mens de maat der dingen zou moeten zijn. Alleen op die manier kunnen we uiteindelijk verantwoordelijkheid nemen voor de toekomst, aldus Braidotti.

Mille Plateaux: Capitalisme et schizophrénie – Gilles Deleuze en Félix Guattari (1980)
Hoewel Deleuze en Guattari in hun werk nooit expliciet over het posthumanisme spraken, hebben zij een grote stempel gedrukt op het posthumanistische denken. Het herdefiniëren van het concept ‘mens’ loopt als een rode draad door hun oeuvres. In dit duizelingwekkende boek laten zij het traditionele onderscheid tussen het menselijke en niet-menselijke op radicale wijze varen. Zo nodigen zij de lezer bijvoorbeeld uit een ‘lichaam zonder organen’ te worden of zich aan een proces van ‘dier-worden’ te onderwerpen.

A Cyborg Manifesto – Donna Haraway (1985)
Met deze tekst werd Haraway wereldberoemd. Wat is een cyborg (een samenkomst van cybernetisch organisme) eigenlijk? Voor Haraway is de figuur van de cyborg een wezen dat zich aan alle categorisaties onttrekt. Middels de cyborg bevraagt zij allerlei binaire opposities, zoals die tussen organismen en technologie, tussen witte mensen en mensen van kleur, tussen mensen en dieren, tussen mannen en vrouwen. Volgens Haraway zijn al die tegenstellingen constructen die een rigide, antropocentrisch mensbeeld in stand houden. Wat betekent ‘de mens’ dan eigenlijk nog?

Ik, cyborg – Anneke Smelik (2012)
In dit boek verkent Smelik de manifestatie van de cyborg in de hedendaagse beeldcultuur. Misschien zijn wij mensen inmiddels wel meer mens-machine geworden dan we durven erkennen. Door het verlangen naar een maakbare mens zijn we onze lichamen steeds meer gaan stroomlijnen en gladstrijken. Het gladde, haarloze lichaam maakt van ons in zekere zin al een soort cyborg. Wat doet dat met het zelfbeeld van mensen? En wat betekenen zulke ontwikkelingen voor onze relatie met niet alleen ons eigen lichaam, maar ook die met andere mensen en de wereld om ons heen?