Welkom op de Derde Verdieping bij de tentoonstelling Radical Austria: Everything is Architecture. Hier ontdek je de geestverruimende, grensverleggende en maatschappijkritische werken van de Oostenrijkse avant-garde in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Deze groep Oostenrijkse ontwerpers liet zich niet begrenzen door traditionele ontwerpdisciplines en maakte gebouwen, omgevingen, objecten, mode, performances, meubilair en zelfs ervaringen.
Radical Austria – Everything is Architecture is een tentoonstelling over deze recente geschiedenis, met werken die actueler en relevanter dan ooit zijn. De Oostenrijkse ontwerpers speculeerden en experimenteerden al vroeg met cybernetica, ruimtevaart, drugs, popcultuur, media, gender, feminisme en milieuproblematiek.
Deze tentoonstelling was in het museum te zien van 5 juni t/m 3 oktober 2021.
In wat ook wel ‘the Inflatable Era’ wordt genoemd, werd opblaasbare architectuur vervaardigd als voorwaarde voor een nieuwe, nomadische levenswijze. De ruimtevaart diende als inspiratiebron voor deze capsules. Zijn deze hightech hide-outs echter posthuman, of juist niet?
“A little world in which the big one holds its tryouts”, zo beschrijft gastcurator en hoogleraar Bart Lootsma de ontwikkeling van Oostenrijkse avant-gardebewegingen in de twintigste eeuw. In deze lezingenreeks plaatst Lootsma het ‘Radicale Oostenrijk’ van de jaren zestig in de context van de lange Oostenrijkse traditie van kunst en architectuur.
Bij bezoek aan de tentoonstelling krijg je de catalogus mee. Hierin vind je zowel de bijschriften van alle werken die op zaal te zien zijn, als inhoudelijke teksten ter toelichting van belangrijke makers en thema’s. De digitale versie is hier te bekijken.
Curator en architectuurhistoricus Bart Lootsma leidt je rond door de tentoonstelling Radical Austria: Everything is Architecture. Hij staat hierbij stil bij verschillende sleutelwerken van de Oostenrijkse ontwerpers die actief waren in de jaren 60 en 70.
Posthuman; als je ogen eenmaal geopend zijn zie je het overal. Maar wat is het eigenlijk? In deze terugkerende reeks legt conservator Fredric Baas het uit. In de eerste column focust Baas zich op het veranderende menselijke lichaam, iets wat Oostenrijkse ontwerpers in de jaren zestig al onderzochten.
Parallel aan de tentoonstelling presenteert architekturtheorie.eu een selectie van films over en door de protagonisten van de tentoonstelling, oorspronkelijk gemaakt voor en uitgezonden door het ORF. De films zijn vaak net zo radicaal als de mensen, ideeën en het werk in de tentoonstelling.
Nog geen genoeg van de de wilde jaren 60 in Oostenrijk? Beluister dan de podcast-tips die we hier voor je onder elkaar hebben gezet. Van de acties van feministisch icoon VALIE EXPORT tot Gernreichs monikini, en van Wolf D. Prix’ revolutionaire idealen tot Wilhelm Reichs ongewone ideeën over seksuele bevrijding.
Van psychedelische opblaasgebouwen tot schockerende performances en van cultische steden tot cybernetische mode. Bart Lootsma en Jeroen Junte nemen je mee in de tentoonstelling en gaan in gesprek met experts van deze periode in de designgeschiedenis.
De behoefte aan radicale verandering manifesteerde zich in het naoorlogse Oostenrijk in een serie megalomane stadsontwerpen. Deze projecten delen een obsessie met technologie en infrastructuur en een drang om compleet nieuwe manieren van samenleven te creëren.
Het Aktionisme is de geheel eigen, Oostenrijkse variant van de performancekunst. Door middel van choreografieën met naakte lichamen, verf en bloed in combinatie met luide muziek brachten zij de deelnemers en het publiek in een roes.
De ontwerpers en kunstenaars in de Oostenrijkse avant-garde waren geobsedeerd door theorieën over maatschappelijke verandering. Hoewel hun manifesten vaak erg radicaal waren, werden opvallend veel concrete projecten gerealiseerd.
Met zijn manifest Alles ist Architektur rekent Hans Hollein af met de traditionele definitie van architectuur: “Onze inspanningen zijn gericht op het milieu als geheel en op alle media die dat bepalen. Zowel de televisie, het kunstmatige klimaat, de transporten, de kleding, de telefoon en de woning.”
De optredens van de Aktionisten zorgden steeds vaker voor schandalen. Dit culmineerde in 1968 in de happening Kunst und Revolution die in het kader van studentenprotesten georganiseerd werd door de kunstenaar Peter Weibel en plaatsvond in een prominente collegezaal van de Weense universiteit.
‘Schöner Wohnen, of de vernietiging van de bewoonbare doodskist’ is een film die architectuurcollectief Salz der Erde in 1971 maakte, en waarin het ideaal van het gelijknamige smaakvol-burgerlijke woontijdschrift genadeloos onderuit wordt gehaald.
In de jaren zestig werd het lichaam het uitgangspunt voor een radicale herbezinning op architectuur, design, mode en kunst. De grenzen tussen die disciplines verdwenen steeds meer.
In de jaren zestig en zeventig veranderen nieuwe media als radio, telefoon en tv de relatie tussen mens en omgeving. De impact op de menselijke ervaring van de omgeving, maakt waarneming een belangrijk thema voor veel kunstenaars en ontwerpers in deze periode.
Het besef dat de cybernetica het functioneren van design, architectuur en stedenbouw ingrijpend zou gaan beïnvloeden, was in Oostenrijk al vroeg aanwezig. Over de consequenties daarvan wordt in tal van projecten gespeculeerd.
De prototypen van Walter Pichler zijn perfect uitgevoerde en functionerende meubels en gebruiksvoorwerpen. Door bepaalde effecten van het gebruik van dagelijkse objecten te benadrukken, laten deze prototypen de kille en vervreemdende werking ervan zien.
In een serie experimenten van Coop Himmelb(l)au wordt onderzocht hoe menselijke proefpersonen op intensieve media-ervaringen reageren en hoe deze reacties teruggekoppeld kunnen worden naar die media.
Van 1967 tot 1971 werkt Haus-Rucker-Co aan het Mind Expanding Program. Het programma heeft als doel om het menselijk bewustzijn en de gebouwde omgeving op verschillende niveaus uit te breiden.
De oliecrisis en de milieuproblematiek leiden internationaal tot een herbezinning op de technologische fascinaties van de avant-gardes van de jaren zestig. Vooral Haus-Rucker-Co reflecteert met grote installaties op de consequenties van milieuvervuiling.