Hoe moderniseer je een meer dan 1400 jaar oude religieuze traditie? Voor deze vraag zag Dr. Mahamoud Bodo Rasch zich gesteld in 1974. Hij was in Saoedi-Arabië en bestudeerde daar samen met vriend Sami Angawi de hadj. Sami Angawi was een Saoedische architect die Rasch ontmoet had in 1973 op de universiteit in Texas, waar de inmiddels afgestudeerde Duitse architect lesgaf. Via Angawi raakte Rasch in aanraking met de islam en het zette iets in hem in beweging. Hij was altijd al een spirituele zoeker die iets anders zocht dan het atheïsme van zijn gezin. Hij onderzocht het christendom, was een tijdje een hippie en hing toen rond in het Vondelpark in Amsterdam, en op het moment dat hij Angawi ontmoette had hij een spiritueel eindstation bereikt. Eenmaal in Saoedi-Arabië bekeerde hij zich tot de islam en nam de naam Mahmoud aan.
Op datzelfde moment krijgen Rasch en Angawi de opdracht van de vicegouverneur van Mekka om de islamitische bedevaart, de hadj, in kaart te brengen. De voor moslims verplichte bedevaart was uit zijn jasje aan het groeien en dat leidde tot ongelukken en zelfs doden.
De hadj moest gemoderniseerd worden. Modernisering betekende in dit geval: het in lijn brengen van een verschijnsel met de eisen van de tijd. De hadj is een reeks rituelen die in een bepaalde volgorde en in een bepaalde tijd uitgevoerd moeten worden. Daar kon niet aan worden getornd. De moderniseringen moesten mensen in staat stellen om veiliger en makkelijker aan hun religieuze plichten te voldoen. Een van de opdrachten waar Rasch (samen met Angawi en Otto) aan werkte was de tentstad Mina, de grootste tijdelijke tentstad ter wereld. Zijn plan voor Mina mondde uit in een dissertatie waar hij in 1980 zijn doctoraat mee behaalde. De uitvoering van zijn plan voltrok zich pas in 1997 na een grote brand waarbij 340 mensen omkwamen.
Hadj
De hadj is de islamitische bedevaart die moslims één keer in hun leven moeten doen mits zij daartoe in staat zijn (financieel, fysiek, mentaal). Het is een van de vijf zogenoemde zuilen die de basis vormen van het geloof (de andere vier zijn: sjahada, de geloofsbelijdenis; salat, vijf maal daags het islamitische gebed verrichten; sawm, het vasten tijdens de ramadan; zakat, het verplicht afstaan van een deel van je vermogen aan armen). De hadj wordt gehouden tijdens de islamitische maand Dhul-Hidja, de laatste maand van de islamitische kalender. Omdat de islamitische kalender gebaseerd is op de stand van de maan is een islamitisch jaar elf dagen korter dan een gregoriaans jaar, het jaar dat de standaard is geworden in de wereld. Dhul-Hidja valt in 2026 tussen 18 mei en 15 juni.
De hadj vindt plaats in en rondom Mekka in Saoedi-Arabië en duurt vijf tot zes dagen. Tijdens die dagen moeten verschillende rituelen worden uitgevoerd in een bepaalde volgorde (zie infographic). In 2025 waren er 1,6 miljoen pelgrims aanwezig uit 171 landen, terwijl in 2012 het hoogste aantal bedevaartgangers ooit werd geteld: bijna 3,2 miljoen. Het ontvangen en in goede banen leiden van al die mensen is een enorme logistieke operatie. Het zal dan ook niemand verbazen dat er regelmatig ongelukken zijn gebeurd, met doden als gevolg. Vertrapt worden in de verdrukking na paniek in de massa heeft aan relatief veel mensen het leven gekost. Stedenbouwkundige aanpassingen hebben ervoor gezorgd dat dit minder voorkomt. Extreme hitte is ook in groeiende mate een risicofactor. Dat gevaar probeert men eveneens in te dammen door middel van architectonische ingrepen.
Mekka
Mekka is het centrum van de islam. Dat feit is zo kenmerkend dat de uitdrukking ‘Het mekka van…’ een gevleugelde uitspraak is geworden. De stad is de geboorteplaats van de profeet Mohammed en herbergt verschillende islamitische heiligdommen, zoals de Kaäba, Jabal al-Nour (de berg waar de profeet zijn eerste openbaring ontving) en de heilige waterput Zamzam. Mekka was in de pre-islamitische tijd al een belangrijk centrum op het Arabisch schiereiland. Het vormde een kruispunt van vele handelsroutes en was toen ook al een bedevaartsoord, waar verschillende Arabische stammen ieder jaar een bezoek kwamen brengen aan het altaar van hun eigen godheid.
De profeet Mohammed begon in Mekka met het verkondigen van de islam, maar moest algauw vluchtten toen de machtigste families van de stad zijn boodschap niet meer duldden. Hij vluchtte naar Medina en kwam jaren later terug om de stad te veroveren. Een van de eerste dingen die hij deed was in de Kaäba de 360 godenbeelden vernietigen, maar hij hield de traditie van de jaarlijkse bedevaart wel in stand.
Mekka is tegenwoordig een van de meest bezochte steden ter wereld door de jaarlijkse hadj (de grote bedevaart) en de doorlopende oemra (de kleine bedevaart). Om al die miljoenen bezoekers te ontvangen is de stad doorlopend aan het uitbreiden. Dat is een lastige klus, omdat Mekka omringd wordt door bergen. Het gevolg daarvan is dat er veel historische gebouwen worden gesloopt en worden vervangen door hoge gebouwen met allerlei voorzieningen voor pelgrims.
Medina
Hoewel Medina geen onderdeel uitmaakt van de hadj, is het toch een belangrijke pleisterplaats voor bedevaartgangers. Medina ligt 440 km ten noorden van Mekka en heet voluit Al Madinah al Munawara, oftewel ‘De Lichtende Stad’. Het wordt ook wel Madinat Annabi, de Stad van de Profeet genoemd. Daarmee wordt de profeet Mohammed bedoeld, die in het jaar 622 hierheen was gevlucht voor de machtigste polytheïstische families in Mekka, die niets moesten hebben van zijn preken over één god. Samen met zijn volgelingen, veelal armen en weggelopen tot slaaf gemaakten, zocht hij zijn toevlucht in het stadje Yathrib, dat werd omgedoopt tot Medina. Deze oase werd het centrum vanwaaruit de islam zich verspreidde.
In Medina zijn verschillende heiligdommen die vele bedevaartgangers trekken. Zo vind je er onder meer de Quba-moskee (de eerste moskee ooit gebouwd), de Moskee van de Profeet (Al Masjid an-Nawabi, die fungeerde als gemeenschapscentrum en rechtbank), het graf van de profeet, en de berg Uhud waar een belangrijke veldslag plaatsvond.
Medina is ook de stad waar zich de belangrijkste werken van Dr. Mahmoud Bodo Rasch bevinden: de parasols buiten en in de Moskee van de Profeet, en de bewegende koepels van die moskee.
Mina
De vallei van Mina ligt op 8 kilometer ten zuidoosten van Mekka. Het is de locatie voor de Jamarat (het stenigen van de duivel) en het offeren van een schaap, twee belangrijke rituelen tijdens de hadj. Pelgrims brengen hier meerdere nachten door in wat de grootste tentstad ter wereld wordt genoemd.
In de islamitische traditie is de vallei de plek waar de profeet Abraham zijn zoon Ismaël van God moest offeren. Op het laatste moment zorgde God ervoor dat Ismaël door een schaap werd vervangen, wat de traditie van het Offerfeest (Eid-al-Adha) inluidde. Terwijl Abraham met het offeren van Ismaël bezig was, werd hij gestoord door de duivel. God beval Abraham de duivel te stenigen. Deze daad wordt met het ritueel van Jamarat herdacht. Pelgrims werpen drie keer zeven steentjes naar drie verschillende muren die de duivel symboliseren. Bij ieder steentje dat wordt geworpen werpt de pelgrim steeds meer zelfzuchtige verlangens van zich af. Aanvankelijk moesten die steentjes tegen drie pilaren worden gegooid, die ook ‘Jamarat’ werden genoemd. Aangezien deze pilaren gevaarlijke toestanden veroorzaakten (onder meer door verdrukking en omdat pelgrims per ongeluk geraakt werden door andermans steentjes), werden ze in 2004 vervangen door drie muren van elk 26 meter lang.
De Jamarat wordt in een tijdsbestek van drie dagen uitgevoerd. In de tussentijd slapen de pelgrims in een van de honderdduizend opgezette tenten. Vroeger namen pelgrims hun eigen tent mee. Later plaatste de overheid zelf katoenen tenten. In 1997 brak er een grote brand uit die het leven kostte aan meer dan 340 mensen. De katoenen tenten werden vervangen door tenten naar een ontwerp van Dr. Rasch, dat hij al in 1979 had bedacht. Deze tenten zijn van brandvrij glasvezeldoek met een laagje teflon. De wanden en het dak worden overeind gehouden met een stalen frame dat verankerd is in een betonnen fundering. Deze tenten van 8×8 meter zijn modulair en hebben airconditioning. Dr. Rasch liet zich bij zijn ontwerp inspireren door het uiterlijk van de traditionele hadj-tent.
Tekst loopt door onder de foto.

Sliding Domes voor Al-Masjid al Nabawi (de Moskee van de Profeet) in Medina, ontworpen in 1992 door Dr Mahmoud Bodo Rasch. Foto: SL Rasch GmbH.
Bewegende koepels
Bij de grote uitbreiding van de Moskee van de Profeet in Medina in 1974 (zie de tekst van de parasols hieronder) werden er 27 bewegende koepels geplaatst. Deze koepels schuiven in de avond opzij over geleiderails en laten zo warmte ontsnappen en koele lucht binnen in de moskee. De buitenkant van de koepels is op een hightech manier gemaakt met gelamineerde composietmaterialen zoals carbon- en glasvezels, gecombineerd met keramische tegels en een stalen frame. De binnenkant is met de hand vervaardigd Marokkaans verguld houtsnijwerk, ingelegd met amazoniet, een groen mineraal gesteente. De koepels kunnen open in 72 seconden en wegen elk 80 ton.
Tekst loopt door onder de foto.

Uitvouwbare parasols voor Al-Masjid al Nabawi in Medina ontworpen door Dr Mahmoud Bodo Rasch. Foto SL Rasch GmbH
Parasols
Al-Masjid al Nabawi oftewel de Moskee van de Profeet in Medina is de een-na-grootste moskee van de wereld na de Masjid al-Haram in Mekka. Ze was de tweede moskee die werd gebouwd in Medina door de profeet Mohammed, maar ze werd gelijk de belangrijkste, omdat ze ook fungeerde als het ontmoetingscentrum van de prille moslimgemeenschap. Er vonden niet alleen gezamenlijke gebeden plaats, maar er werd ook les gegeven en recht gesproken. In de jaren na de dood van de profeet onderging de moskee verschillende verbouwingen en uitbreidingen. Iedere nieuwe machthebber haalde weer iets weg en voegde weer iets toe.
In 1974 besloot de toenmalige koning van Saoedi-Arabië de moskee met 40.440 m2 te vergroten tot meer dan 160.000 m2. De uitbreiding was zo groot dat ze pas in 1992 werd voltooid. Hierbij ontstonden twee binnenplaatsen waar Dr. Rasch 12 parasols voor ontwierp, die in uitgevouwen staat 14 meter hoog reiken. Met een spanwijdte van elk 24 meter overkappen ze de binnenplaats als de zon hoog staat. De schaduw zorgt voor verkoeling, maar er stroomt ook koude lucht uit de pilaren. In de winter gaan de parasols ’s avonds open om de warmte vast te houden in de koude nachten van Medina. Naar gelang de stand van de zon openen en sluiten ze zich. Ze zijn bekleed met een speciaal ontworpen teflon-doek.
Ondanks de uitbreiding van 1992 bleek Al-Masjid al Nabawi nog ontoereikend voor het almaar groeiende aantal pelgrims. Veel mensen baden op het plein voor de moskee. Daarom werd vrij snel na de uitbreiding een plan gemaakt om ook deze esplanade deels te overkappen. Het bedrijf van Dr. Rasch, SL Rasch, ontwikkelde een nieuw type parasol en creëerde een plek waar 250.000 mensen kunnen bidden. Op het plein staan nu 250 parasols.
Tekst loopt door onder de afbeelding.

Abraj as-Sa’at (de Torens van de Klok) in Mekka, ontworpen in 2012 door Dr Mahmoud Bodo Rasch. Foto: SL Rasch GmbH.
De torens van de klok
In 2002 werd de eerste steen gelegd van het King Abdul Aziz Endowment Project door koning Abdullah bin Abdulaziz zelf. Het complex van zeven torens met 1,5 miljoen vierkante meter vloeroppervlak voor de hoofdpoort van de Grote Moskee van Mekka was een megaproject met hotels, winkels en conferentieruimtes. In 2006, toen de bouw al lang en breed begonnen was, werd er besloten om de grootste klokkentoren ter wereld op een van de torens toe te voegen. Aangezien de fundering daar niet op berekend was, moest de constructie ultralicht zijn. De toren mocht niet meer dan 82.000 ton wegen.
Het bureau dat Dr. Rasch had opgericht, SL Rasch, was gespecialiseerd in lichtgewicht constructies (SL staat voor Sonderkonstruktionen und Leichtbau, bijzondere constructies en lichtgewicht bouw). Het ontwerpen en bouwen van de toren vereiste een zeer uitgebreid team met uiteenlopende disciplines. De toren alleen al is 307 meter hoog en bereikt samen met het gebouw waar het op staat een totale hoogte van 607 meter. De twee grootste van de vier wijzerplaten hebben een diameter van 43 meter en de wijzers zijn 22 meter lang. De wijzers moesten extreem stijf en sterk zijn door de hevige wind die op deze hoogte heerst. Ze zijn dan ook gemaakt van koolstofvezel door een bedrijf dat superjachten bouwt. Bovendien zijn ze hol; er kan een mens in staan. Het mechaniek van de klok is 21 ton zwaar en werd gebouwd door de Zuid- Duitse klokkenbouwer Perrot. De installatie van het mechaniek moest per telefoon worden begeleid door de mensen van Perrot aangezien Mekka verboden is voor niet-moslims. In de torenspits zit een controlecentrum en een maan-observatorium. Boven op de torenspits troont een maansikkel met daarin een gebedsruimte.
Abraj as-Sa’at (de Torens van de Klok), zoals het gehele project officieel heet, was en is niet onomstreden. Nog voordat de Mecca Clock Royal Tower was toegevoegd, klonk er vooral vanuit het buitenland protest omdat er een 17de- eeuws Ottomaans fort gesloopt werd om plaats te maken voor het complex van de torens. Voor de lokale bevolking was het fort een symbool van Ottomaanse overheersing. Over de klokkentoren zelf zijn de moslims verdeeld. Sommigen vinden dat hij de Kaäba overschaduwt, andere zien hem als het symbool van een nieuw modern islamitisch elan.
Kaäba
Als Mekka het centrum van de islam is, is de Kaäba het absolute centrum. Ze is het centrale punt waar moslims zich vijf keer per dag naar richten. Dit betekent echter niet dat het met zwart zijde beklede kubusvormige gebouw zelf wordt aanbeden, maar het is een architectonische ingreep die zorgt voor een spiritueel ijkpunt. Behalve dat de Kaäba de richting van het gebed aangeeft, speelt ze ook een belangrijke rol tijdens de hadj. Pelgrims lopen op verschillende momenten zevenmaal tegen de klok in rondom de Kaäba, een ritueel dat Tawaf wordt genoemd.
Volgens de islamitische traditie is de Kaäba gebouwd door de profeet Abraham en zijn zoon Ismaël. Op de plek waar Abraham stond om de Kaäba te bouwen zijn twee grote voetstappen te zien. Die worden beschermd door een metalen structuur, de Maqam Ibrahim genaamd, die door de jaren heen steeds veranderd werd. Lange tijd was de structuur bekleed met een rijkelijk gedecoreerd kleed, de Sitara. De huidige Maqam Ibrahim is ontworpen door Dr. Rasch.
De Kaäba is 15 meter hoog en heeft zijden van 12 meter lang. Ze heeft een deur die zich bevindt op 2.13 m boven het maaivelden bereikbaar is via een verrijdbare trap. Hij is verrijdbaar om de pelgrims zo min mogelijk te hinderen bij de Tawaf. De trap wordt om de zoveel tijd vervangen. De huidige versie is ontworpen door Dr. Rasch en betreft eigenlijk een elektrische auto verkleed als trap. De trap is versierd met houtsnijwerk ontworpen door Jay Bonner, een ontwerper gespecialiseerd in islamitische geometrische patronen.