Ruurd Kok is archeoloog, journalist en schrijver. Speciaal voor de Derde Verdieping schreef hij onderstaand artikel.
‘Een zware helm, nauwsluitend om de slapen, mooi en kunstig bewerkt’. Zo beschreef de Griekse dichter Homerus (ca. 800 v.Chr. – ca. 750 v.Chr.) de helm van Achilles. Hij was een van de hoofdpersonen uit de Ilias, het heldenverhaal over de Trojaanse Oorlog. De moderne legerhelm lijkt amper op de oude, blinkende helmen met wuivende helmbossen. Hoe heeft de helm zich ontwikkeld? En welke eisen stelt Defensie aan de moderne legerhelm?
Homerus geeft een van de oudste beschrijvingen van een legerhelm. In de Ilias beschrijft hij de Trojaanse oorlog die zich enkele eeuwen voor zijn geboorte moet hebben afgespeeld, waarschijnlijk rond 1200 voor Christus.
Dat is aan het einde van de bronstijd, de periode van 2300 tot 800 voor Christus. In de bronstijd wisten onze voorouders de eerste bronzen voorwerpen te maken. Zodra de mens de techniek beheerste om uit brons zwaarden te vervaardigen, verschenen ook de eerste bronzen helmen. De helm is dus net zo oud als het eerste zwaard.
Oudste helmen
Al voordat mensen metaal gebruikten voor wapens en lichaamsbescherming gingen ze elkaar te lijf. Dat deden ze met stenen bijlen en jachtwapens met vuurstenen pijlpunten. Onbekend is hoe de lichaamsbescherming in de steentijd eruitzag. Zo kan een hoofdbescherming van wol of leer immers ook met een ander doel werden gedragen en is niet eenduidig aan te wijzen als helm. Maar met de komst van metaal wordt de helm herkenbaar als ontworpen hoofdbescherming.
De oudste Nederlandse helmen zijn bodemvondsten uit de Romeinse tijd. De alleroudste dateert uit de eerste eeuw voor Christus. Het is een Keltische helm die door een amateurarcheoloog is gevonden bij een zandafgraving aan de Maas bij Kessel. De helm is in verband gebracht met een veldslag van de Romeinse veldheer Julius Caesar. Waarschijnlijker is dat het voorwerp doelbewust als offer in de rivier is gedeponeerd. In de late prehistorie was dat een bekend ritueel.
Ook de oudste helm van de Lage Landen komt uit een rivier. Op ruim twintig kilometer over onze landsgrens is een bronzen helm opgebaggerd uit de Schelde bij het plaatsje Schoonaarde, ten oosten van Gent. De unieke uit bronsblik vervaardigde helm dateert uit de late bronstijd (1100v.Chr. – 800 v.Chr.).
Stahlhelm
De helm heeft in de loop der eeuwen allerlei vormen gehad. De vormgeving werd vooral bepaald door de wapens waartegen de helm bescherming moest bieden. Een collectie blinkende helmen in het Nationaal Militair Museum laat zien dat het beschermende hoofddeksel in de loop der tijd steeds kleiner werd. Rond 1700 werd de helm vervangen door allerlei andere vormen van hoofdbescherming, zoals hoeden. Helmen werden daarna nog wel gedragen door ruiters, die elkaar aanvielen met lansen en zwaarden.
De helm keerde terug bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914. Duitse militairen droegen de eerste oorlogsjaren nog de negentiende-eeuwse ‘Pickelhaube’, gemaakt van geperst leer en koper. Deze karakteristieke helm was genoemd naar de metalen punt boven op de helm, de ‘Pickel’, waarop een slag met een sabel zou moeten afketsen. Dit model bood echter onvoldoende bescherming in deze eerste moderne oorlog, waarin de legers elkaar bestookten met exploderende granaten.
Daarom deed in 1916 de ‘Stahlhelm’ zijn intrede aan Duitse zijde van het front. Een studie naar opgelopen hoofdwonden van soldaten in de loopgraven bepaalde het design van deze helm. Door de kenmerkende rand van deze nieuwe stalen helm werden het hoofd en de nek van een soldaat beter beschermd tegen rondvliegende puinstukken en granaatscherven.
Symbool
Ook in de Tweede Wereldoorlog droegen Duitse troepen de succesvolle Stahlhelm. Conservator Dirk Staat van het Nationaal Militair Museum schetst de ontwikkeling van het model aan de hand van de Duitse Luftwaffe-helm, die wordt uitgeleend voor de expositie in het Design Museum. Volgens Staat werd het oorspronkelijke model uit 1916 een paar keer versimpeld. De laatste verbetering dateert uit 1942 met de M42: “Het enige wat telde bij dit model was een snellere en eenvoudiger productie”, legt hij uit.
De Stahlhelm werd symbool voor nazi-Duitsland. Vanwege deze associatie stapte het Duitse leger na de Tweede Wereldoorlog dan ook direct over op de Amerikaanse legerhelm. Het oude model bleef alleen bij de brandweer nog in gebruik. Ook enkele Zuid-Amerikaanse legers hebben de Duitse legerhelm nog jarenlang gedragen.
Fritz
De herinnering aan die typisch Duitse oorlogshelm kwam terug toen het Amerikaanse leger begin jaren tachtig hun metalen helm verving voor een nieuw model. Militairen noemden dit nieuwe type de Kevlar, naar de supersterke synthetische vezels waarvan de helm gemaakt werd. De vorm van deze helm riep associaties op met de Stahlhelm. Vandaar dat het nieuwe model in de media al snel bekend stond als de ‘Fritz’, naar de scheldnaam voor Duitsers.
Dezelfde associatie diende zich aan toen het Nederlandse leger begin jaren negentig een nieuwe lichtgewicht gevechtshelm wilde invoeren. Terwijl de Koninklijke Landmacht blij was met de nieuwe helm, maakten Joodse organisaties in de zomer van 1993 bezwaar tegen het zogenoemde ‘Duitse model’. Historicus Lou de Jong (1914 – 2005) meende dat ‘men geen rekening hield met de gevoelens die bij veel Nederlanders leven’. Ook bij oud-verzetsstrijders werd een ‘gevoelige snaar’ geraakt, toen de helm in najaar 1995 werd ingevoerd.
Inmiddels is Defensie bezig met invoering van het allernieuwste model legerhelm, de Galvion Viper P6N. “Qua vorm sterk lijkend op een Stahlhelm”, legt industrieel ontwerper Pim Rensink uit. Hij is werkzaam bij een speciale TNO-afdeling die voor Defensie onderzoek doet naar nieuwe beschermingsmiddelen. Ondanks het feit dat ook deze helm lijkt op de Duitse oorlogshelm, roept dit model geen negatieve associaties meer op bleek uit een onderzoek onder burgers en militairen.
Moderne gevechtshelmen
Rensink weet welke eisen gesteld worden aan moderne gevechtshelmen. Schietproeven geven bijvoorbeeld informatie over de mate waarin een helm indeukt door de inslag van een projectiel. “Een helm moet dus ver genoeg van het hoofd af staan om ruimte te geven aan die indeuking. Daarbij moet worden gezocht naar een balans met het draagcomfort en het gewicht. Hoe groter de helm, des te zwaarder die wordt”, legt Rensink uit.
Een helm moet een militair bovendien zo min mogelijk belemmeren. “De helm is in feite een last”, legt Rensink uit. Vrij zicht en bewegingsvrijheid zijn belangrijke eisen: “Een brede rand beschermt meer, maar belemmert ook het zicht. Oren moeten vrij zijn om de richting van geluid te kunnen horen, vooral ’s nachts.”
De tijd dat legers duidelijk herkenbaar waren aan het type helm is voorbij: “De helm is ontwikkeld tot een optimale vorm. Verschillende commerciële fabrikanten leveren nu een vergelijkbaar model aan meerdere landen”, verklaart Rensink. Vanuit het naoorlogse militaire bondgenootschap van de NAVO is het bovendien praktisch dat verschillende legers dezelfde spullen hebben. Alleen het camouflagepatroon verschilt nog per land.
Imponeren
Vroeger speelde het imponeren van de vijand een belangrijke rol bij de vormgeving van helmen. Zo werden leeuwenkoppen aangebracht als versiering om indruk te maken op de tegenstander. Bij het ontwerp van de moderne legerhelm is dat imponeren niet meer aan de orde.
Volgens conservator Staat is een militair die een helm draagt ‘op zichzelf’ al indrukwekkend genoeg: “Terugkijkend in de geschiedenis zie je dat militairen bij overgave hun helm afdoen, om minder imponerend over te komen. Vanuit hetzelfde idee deden Nederlandse militairen hun helm af bij patrouilles tijdens recente missies in Irak en Afghanistan. Zonder spiegelende zonnebril en zonder helm konden ze makkelijker contact maken met de lokale bevolking.” Deze aanpak werd de ‘Dutch Approach’ genoemd.
De helm is ‘een definiërend hoofddeksel’, aldus Staat. “Het definieert iemand als strijder, zonder helm ben je meer burger.” De helm als symbool van de krijger. Waarschijnlijk was juist deze betekenis ook de reden dat helmen in de late prehistorie als offers in rivieren werden gedeponeerd.