Posthuman

Tijdlijn wet en regelgeving

5 juni 2025
Uit de tentoonstelling
Tentoonstelling Vrouwen als technologie

In de tentoonstelling Vrouwen als technologie is een tijdlijn te vinden van de thema’s emancipatie van vrouwen in Nederland, wet en regelgeving en ontwikkeling van technologie. In dit artikel vind je een uitgebreidere toelichting op het thema wet en regelgeving.

1809
Abortus in Crimineel Wetboek voor het Koningrijk Holland,

Abortus wordt in Nederland toegevoegd aan het op Frankrijk geïnspireerde en nieuw ingevoerde Wetboek van Strafrecht, het Crimineel Wetboek voor het Koningrijk Holland. Waar abortus in de 18de eeuw grotendeels regionaal werd geregeld, luidde de 19de eeuw een periode in van strengere, landelijke wetgeving. Zowel de vrouw als de persoon die de abortus uitvoerde riskeerden verbanning of een gevangenisstraf tot 6 jaar. In 1811 werd een bepaling toegevoegd tegen artsen die abortussen uitvoerden zonder geldige medische redenen. Omdat abortus moeilijk te bewijzen was, werden vrouwen nauwelijks vervolgd.

 

1811
Code pénal

Door inlijving van Nederland bij het Franse keizerrijk in 1810 golden vanaf 1 januari 1811 in Nederland de Franse wetten, waaronder de Franse strafwet, de code pénal, in Nederland ingevoerd. Het is het wetboek waarin de strafbare feiten en bijbehorende straffen in Frankrijk zijn vastgelegd. Ondanks dat het keizerrijk uit elkaar viel, bleef de code pénal gelden tot de invoering van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht in 1886.

 

1815
Afschaffen trans-Atlantische slavenhandel

Na een eeuwenlange winstgevende handel, werd in 1815 de trans-Atlantische handel in tot slaaf gemaakten verboden. In de Verenigde Staten werd in 1808 een verbod ingevoerd op de invoer van nieuwe tot slaaf gemaakten uit Afrika (Act Prohibiting Importation of Slaves).

 

1838
Eerste Burgerlijk Wetboek

Het Burgerlijk Wetboek trad in 1838 in werking, en is tegenwoordig nog deels van kracht. Het wetboek heeft zijn wortels in de Franse Code Civil. Volgens dit wetboek was de man het hoofd van de echtvereniging en moest de vrouw bij wet gehoorzaam zijn, wat onder andere verkrachting binnen het huwelijk wettelijk goedkeurde. De gehuwde vrouw is handelingsonbekwaam. Echtscheiding was alleen mogelijk als de man door wangedrag goederen der gemeenschap verspilt en het gezin aan ondergang blootstelt, óf wanneer door slecht beheer de bezittingen van de vrouw in gevaar worden gebracht.

 

1847
Vereeniging tot Verbetering der Kleine Kinderbewaarplaatsen

De Vereeniging tot Verbetering der Kleine Kinderbewaarplaatsen moest ervoor zorgen om wantoestanden bij matressenschooltjes te verbeteren. Deze scholen waren voorlopers van de huidige kinderdagverblijven en werden veel gebruikt door weduwes of moeders wiens man werkeloos was. Het doel van de Vereeniging was kinderen van de arbeidersklasse in de leeftijd van 6 weken tot 6 jaar hygiëne, reinheid en voeding te bieden. In het begin kostte de school 7 cent per dag, waarbij als enige eis gold dat kinderen gevaccineerd waren tegen de pokken en vrij waren van infecties en ongedierte.

 

1863
Afschaffing slavernij

De Emancipatiewet (Wetten ter opheffing der slavernij in Suriname en de eilanden Curaçao, Bonaire, Aruba, St. Eustatius, Saba en St. Martin (Nederl. ged.)) schafte per 1 juli 1863 de slavernij af in de kolonie Suriname en de zes genoemde eilanden. In Suriname werken dan nog zo’n 33.000 tot slaaf gemaakten op de plantages; in het Caribische gebied zijn dat er ongeveer 12.000. Nederland liep niet voorop met de afschaffing.

 

1865
Nederlandse wetgeving voor vroedvrouwen

In 1865 wordt de eerste Wet op de uitoefening van de geneeskunde van kracht. Hiermee worden vroedvrouwen gereguleerd, erkend en verplicht tot scholing. Hoewel het beroep historisch vrouwelijk is, werd het hierdoor ook ondergeschikt aan de medische (mannelijke) hiërarchie: een moment van erkenning en beperking.

 

1867
Hoger Onderwijswet

Dankzij Aletta Jacobs (1854-1929) maakt de Hoger Onderwijswet geen onderscheid naar sekse.

 

1871
Eerste Nederlandse leerstoel voor verloskunde en vrouwen­ziekten

Aan de Rijksuniversiteit Utrecht werd in 1871 de eerste gecombineerde leerstoel voor verloskunde en ziekten der vrouw ingesteld. Deze leerstoel was bedoeld voor artsen in opleiding, en markeert het begin van academische gynaecologie als erkend vakgebied. Vrouwen mochten toen nog niet aan de geneeskundeopleiding deelnemen.

De Nederlandsche geschiedenis in platen: beredeneerde beschrijving van Nederlandsche historieplaten, zinneprenten en historische kaarten, 4 delen, F. Muller, Amsterdam 1863-1882, dl. III (jaren 1795 tot 1879), p. 358, nr. 8156. Collectie Rijksmuseum.

1874
Kinderwetje van Van Houten

De politicus Samuel van Houten schrijft de Wet houdende maatregelen tot het tegengaan van overmatigen arbeid en verwaarlozing van kinderen, waardoor kinderen onder de 12 jaar niet meer mogen werken. Veldwerk, zoals landbouw en veehouderij, en het huishouden zijn hier uitzonderingen op. Deze wet markeert het begin van de regelgeving tegen kinderarbeid.

1881
Oprichting Nieuw-Malthusiaansche Bond

De Nieuw-Malthusiaansche Bond werd opgericht met als doel de positie van de lagere sociale klassen te verbeteren door middel van geboortebeperking. Naast het goede werk dat de bond verrichte op het gebied van voorlichting over anticonceptie, stond het ook voor eugenetica. Directeur Jan Rutgers (1850-1924) pleitte onder andere voor een baringsverbod voor degenen die in erbarmelijke omstandigheden leven. Ook sprak hij over rasverbetering, met als doel dat mensen die van ‘defecte naturen’ waren, geen kinderen mochten krijgen om de puurheid van het ras te onderhouden.

 

1883
Aanpassing grondwet alleen mannen verkiesbaar

Aletta Jacobs (1854-1929) wil zich verkiesbaar stellen voor de Amsterdamse gemeenteraad, maar wordt geweigerd omdat ze een vrouw is. In hetzelfde jaar wordt een grondwetswijziging voorbereid waarin alleen gesproken wordt over de mannelijke ingezetenen van Nederland, vrouwen worden daarmee buitengesloten van het passief kiesrecht.

 

1886
Nieuw Wetboek van Strafrecht

In het nieuwe Wetboek van Strafrecht werd de zwangere vrouw minder zwaar gestraft dan degene die abortus bij haar uitvoert. Een medische abortus was toegestaan, maar dit werd niet in het wetboek opgenomen; de minister van justitie destijds beschouwde dit als vanzelfsprekend. In 1886 werd het wetboek ingevoerd.

1888
Huishoudschool

In 1888 opent de Haagsche Kookschool, waarmee het huishoudonderwijs start in Nederland. Op deze huishoudschool werd men opgeleid voor een beroep als huishoudster of dienstbode, maar het had ook de functie om vrouwen voor te bereiden op hun ‘klassieke’ rol als huisvrouw. Er werden diverse vaardigheden onderwezen die van pas kwamen in het huishouden zoals koken, begroten en handwerken. Tot 1968 waren alleen vrouwen welkom op deze scholen.

Historische foto. Meisjes krijgen les in strijken op de Amsterdamse Huishoudschool.
Meisjes krijgen les in strijken op de Amsterdamse Huishoudschool. Foto J.D. Noske. Nationaal archief, collectie Anefo.

1889
Arbeidswet jeugdige personen en vrouwen

De arbeidswet jeugdige personen en vrouwen treedt in 1889 in werking. Deze wet moest kinderen onder de 18 en vrouwen beschermen: geen nachtarbeid of werk op zondag, maximale werktijden van 11 uur, verplichte rustruimtes, verbod op gevaarlijk werk en fabrieksarbeid kort na bevalling. Uitzonderingen golden voor veldwerk, scheepvaart en visserij. Volgens Anna Polak (1874-1943) dreef de wet vrouwen uit hun werk, in plaats van hen te beschermen.

Historische zwart wit foto. Personeel van stearinekaarsenfabriek Apollo aan de Voorhavenkade vervoert kaarsen van de gietkamer naar de opslagruimte.
Personeel van stearinekaarsenfabriek Apollo aan de Voorhavenkade vervoert kaarsen van de gietkamer naar de opslagruimte. Foto Arie Dettmeijer. Beeldcollectie gemeentearchief Schiedam.

1896
Staking Schiedam

In 1896 staakten de vrouwen van de Schiedamse Apollo Kaarsenfabriek omdat ze dezelfde loonsverhoging wilden als hun mannelijke collega’s hadden gekregen. Zo’n 150 vrouwen, meer dan de helft van de vrouwelijke werknemers van de fabriek, leggen op 10 juli 1896 het werk neer. Het is de eerste keer dat een groep vrouwen in Nederland staakt. In die tijd maakten de vrouwen werkdagen van zo’n 10 uur per dag. Ze hebben een kleine loonsverhoging ontvangen.

1897
Oprichting eerste vakbond voor vrouwen

De eerste ‘vakvereniging’ voor vrouwen was de naaisterbond ‘Allen Eén’, opgericht in Amsterdam. Thuisnaaister Roosje Vos (1860-1932) werd voorzitter. Zij schreef artikelen in het eigen tijdschrift ‘De Naaistersbode’ en als spreker kwam zij op voor naaisters die lange dagen maakten voor weinig uurloon.

 

1901
Leerplichtwet

De leerplichtwet werd in 1901 ingevoerd. De wet verplichtte kinderen van 6 tot 12 jaar tot het volgen van onderwijs. Voor sommige kinderen werd een uitzondering gemaakt, zoals voor boerenkinderen tijdens de oogsttijd. Dochters mochten ook thuisblijven om het gezin te verzorgen. Deze leerplicht gold echter niet voor kinderen van schippers, Roma en kermisondernemers. Dat gebeurde pas in de leerplichtwet van 1969.

 

1901
Kritiek wet op abortus

Hoogleraar verloskunde en gynaecologie Hector Treub (1856-1920) noemde het abortusverbod in 1901 ‘eenvoudig belachelijk’. Treub streef voor legalisering van abortus, waardoor illegale aborteurs uit de markt geconcurreerd worden. Toen hij in 1901 in een artikel in het Tijdschrift voor Strafrecht het verharde standpunt van de Katholieke Kerk tegenover abortus bekritiseerde, vormde dit de aanleiding tot een discussie die de belangstelling voor abortus ook buiten medische en juridische kringen deed oplaaien. Dit eerste landelijke abortusdebat resulteerde uiteindelijk in de Zedelijkheidswet (1911).

 

1906
Vrije toegang HBS

Vanaf 1906 hoeven meisjes geen toestemming te vragen aan de minister van onderwijs om te studeren aan de HBS.

 

1908
Vrouwenkiesrecht congres

De International Woman Suffrage Alliance werd in 1904 opgericht. Het derde congres vond in 1908 plaats in Amsterdam, op aandringen van Aletta Jacobs. Zij hoopte zo invloed uit te oefenen op de grondwetswijziging van 1909 ten gunste van het vrouwenkiesrecht. Internationaal bekende vrouwen als Carrie Chapman Catt (1859-1947) en Millicent Fawcett (1847-1929) woonden het bij. Het congres versterkte de positie van de Nederlandse suffragettebeweging en leidde tot een toestroom van nieuwe leden.

 

1911
Arbeidswet Talma

In 1911 werd de arbeidswet herzien. Deze aanpassing maakte het mogelijk voor de verantwoordelijke minister om per decreet vrouwen uit te sluiten van beroepsgroepen op grond van gevaar voor leven, gezondheid of zedelijkheid.

 

1911
Zedelijkheidswet

De Zedelijkheidswet herdefinieerde abortus van een ‘misdrijf tegen het leven’ naar een ‘misdaad tegen de zedelijkheid’. Dit vergemakkelijkte vervolging, omdat enkel het bewijs dat een vrouw ‘in behandeling was genomen’ volstond voor een veroordeling. De wet vermeldde niet expliciet dat medische abortus was toegestaan. Het verbod op het openlijk tonen en verkopen van voorbehoedsmiddelen, dat eveneens deel uitmaakte van deze wet, werd in 1970 geschrapt. De gehele Zedelijkheidswet bleef van kracht tot 1971.

 

1911
Aanpassing arbeidswet

De arbeidswet uit 1889 werd in 1911 aangescherpt. Een werkweek mocht niet langer zijn dan 10 uur per dag en 58 uur per week. Ook werd bepaald dat vrouwen op zaterdag niet in fabrieken mochten werken na 13 uur, zodat ze hun huishouden op orde konden maken voor zondag. Daarnaast werden er allerlei regels opgesteld over de werkomgeving van vrouwen en kinderen, zo mochten zij bijvoorbeeld niet werken in een werkplaats waar tussen 9 en 15 uur enkel kunstlicht aanwezig was en moest de ruimte groot genoeg zijn. Enerzijds beschermden deze regels vrouwen en kinderen, anderzijds zorgde het ervoor dat zij niet konden concurreren met mannen, wat hun uitsloot van arbeid.

1919
Algemeen kiesrecht

Vrouwen in Nederland krijgen het algemeen kiesrecht nadat ze in 1917 het passief kiesrecht kregen. Dit gold echter niet voor alle vrouwen in het koninkrijk. In Indonesië kregen vrouwen pas in 1945 stemrecht, toen het land zich onafhankelijk verklaarde van Nederland. In de koloniën Suriname en de Nederlandse Antillen konden vrouwen zich vanaf 1937 verkiesbaar stellen en in 1948 kregen ze stemrecht.

Protest in 1916 voor het vrouwenkiesrecht. Fotograaf onbekend. Stadsarchief Amsterdam.

1919
Arbeidswet

De nieuwe arbeidswet werd in 1919 ingevoerd. Deze kwam tot stand door de eerste minister van Arbeid, Piet Aalberse (1871-1948).  In de wet werd de 8-urige werkdag en de 45-urige werkweek vastgesteld. Hiermee werden de werkuren voor mannen en vrouwen gelijkgesteld. Er kwamen wel strengere regels voor (zwaar) werk door vrouwen en voor kinderarbeid.

 

1920
Huishoudbeurs

In Amsterdam organiseert De Amsterdamse Dameskroniek een damesbeurs. Dit is de voorloper van de huidige huishoudbeurs. De beurs is bedoeld om nieuwe producten te tonen en demonstreren aan huisvrouwen. Door de komst van gas en elektra verandert er veel in Nederlandse huishoudens; er ontstaat een afzetmarkt voor diverse apparaten. Sinds 1950 vindt de huishoudbeurs jaarlijks plaats, met entertainment zoals cabaret en modeshows. In de jaren 50 en 60 is de huishoudbeurs een belangrijke plek voor demonstraties van de koelkast, wasmachine, keukenmachine, afwasmachine en magnetrons.

 

1924
Eervol ontslag

In 1924 werd een koninklijk besluit uitgevaardigd dat alle vrouwen jonger dan 45 die in overheidsdienst waren “eervol” ontslagen dienden te worden op de dag na hun huwelijk. In 1925 nam de Tweede Kamer een wet aan waarmee het gemeenteraden mogelijk werd gemaakt om onderwijzeressen jonger dan 45 jaar te ontslaan als zij in het huwelijk traden. Carry Pothuis-Smit (1872-1951) verzette zich in de Eerste Kamer tevergeefs tegen deze wet. In 1937 deed minister van Sociale Zaken Carl Romme (1896-1980) een poging om het werken door gehuwde vrouwen geheel wettelijk te verbieden. Samen met andere christelijke politici wilde hij vrouwen weer ‘krijgen waar ze hoorden’: thuis aan het aanrecht.

 

1930
Ziektewet

Met de invoering van de ziektewet krijgen vrouwen 12 weken betaald zwangerschaps- en bevallingsverlof. Suze Groeneweg (1875-1940) en Carry Pothuis-Smit (1872-1951) hadden hier een groot aandeel in.

 

1945
Verenigde Naties

De Verenigde Naties leggen de gelijkheid van mannen en vrouwen vast in hun handvest.

 

1948
Universele Verklaring van de Rechten van de Mens

De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens werd in 1948 aangenomen door de Verenigde Naties en vormt sindsdien een belangrijke morele en juridische standaard. Ze beïnvloedt internationale verdragen, nationale grondwetten en het werk van mensenrechtenorganisaties. Artikel 23 benadrukt het recht op arbeid, gelijke kansen en loon. In 1950 volgde het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens als verdere uitwerking van deze principes.

 

1951
Verdrag inzake gelijke beloning

In 1951 nam de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) het Verdrag inzake gelijke beloning aan, waarin werd vastgelegd dat mannen en vrouwen gelijk betaald moeten worden voor gelijkwaardig werk. Het verdrag kwam voort uit een actiepunt van de ILO in 1950. Hoewel veel landen het ondertekenden, ratificeerde Nederland het verdrag niet. Hierdoor had het geen directe invloed op de beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen in Nederland.

 

1955
Motie Tendeloo

In 1955 dient Corry Tendeloo (1897-1956) een motie in met het doel om vrouwelijke ambtenaren – waaronder leraren – niet meer verplicht te laten ontslaan na hun huwelijk. Deze motie wordt in 1956 aangenomen, waarna vrouwen niet meer handelingsonbekwaam zijn nadat ze trouwen. Dit betekent tevens dat gehuwde vrouwen nu zelf contracten zoals bankrekeningen en arbeidsovereenkomsten kunnen afsluiten en dat ze zelf financiële transacties kunnen doen. Daarnaast zijn vrouwen niet meer wettelijk verplicht hun man te gehoorzamen. Vanaf 1958 worden vrouwen in ambtenaarsposities niet meer verplicht ontslagen na hun huwelijk, maar het wordt ook niet verboden.

 

1963
Bisschop Bekkers

Op 21 maart 1963 sprak bisschop Wilhelmus Marinus Bekkers (1908-1966) zich in het tv-programma Brandpunt uit over de geboorteregeling. Hij werd hiervoor technisch voorgelicht door het farmaceutische bedrijf Organon uit Os. Bekkers noemde vruchtbaarheid en kindertal de eigen verantwoordelijkheid en gewetensbeslissing van gehuwden. Het zorgde voor veel ophef onder zijn collega-bisschoppen, maar het opende ook de discussie over het legaliseren van de anticonceptiepil.

 

1969
Sigarenmeisjes van Pekela

In 1969 staakten de sigarenmeisjes van fabriek Champ Clark in Nieuwe Pekela voor loonsverhoging, zij kregen niet dezelfde loonsverhoging als hun mannelijke collega’s kort daarvoor hadden gekregen. Hun actie kreeg landelijke aandacht en steun van vrouwenbewegingen. Ook andere fabrieksvrouwen in Nieuwe Pekela legden het werk neer. Na twee weken staken ontvingen de sigarenmeisjes een ontslagbrief, waarop ze de vakbond inschakelden om tot een onderhandeling te komen. Na vier weken staken ontvingen ze hun loonsverhoging: van 32 naar 58 gulden per week. De staking leidde zowel tot een cao voor de gehele tabaksindustrie en als gelijke lonen in Noord-Nederland en de Randstad.

 

1969
Vernieuwde leerplichtwet

In 1969 werd een nieuwe leerplichtwet ingevoerd, kinderen tussen de 5 en 16 jaar waren leerplichtig. Verder werd de leerplichtambtenaar aangesteld. Bij deze wet werd de mogelijkheid op huisonderwijs om de leerplicht te vervullen afgeschaft.

 

1970
Man als hoofd van de echtvereniging

Hoewel het onderwerp al in 1956 ter discussie werd gesteld, blijft de man wettelijk het hoofd van het gezin. Bij de invoering van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in 1970 komt deze bepaling te vervallen. Hiermee werd niet iedere ongelijkheid opgegeven. De man bepaalt nog steeds de plaats van samenwoning, daarnaast is hij verplicht om huishoudgeld te verstrekken en heeft hij de beslissende stem bij de uitoefening van de ouderlijke macht.

Demonstratie voor legalisering abortus in Amsterdam. Foto Bert Verhoeff. Nationaal archief, collectie Afeno.

1970
Afschaffing Zedelijkheidswet

Toen de Zedelijkheidswet in 1970 werd afgeschaft was het weer mogelijk om voorbehoedsmiddelen openlijk te tonen en te verkopen. Hiermee werd ook de anticonceptiepil voor een groot publiek beschikbaar. In 1975 gebruikte inmiddels 40 procent van de vrouwen tussen de 15 en 44 jaar oud de pil. De beschikbaarheid van de pil betekende echter niet dat deze voor iedereen toegankelijk was.

1971
De pil in het basispakket

De pil werd opgenomen in het ziekenfondspakket wat zorgde voor een explosieve groei in het gebruik van dit anticonceptiemiddel. Conservatief protestantse en katholieke huisartsen hadden vaak morele bezwaren tegen het voorschrijven van de pil. Bij deze huisartsen was het 3 keer minder waarschijnlijk dat zij de pil voorschreven aan ongehuwde vrouwen dan bij huisartsen met een andere geloofsovertuiging, wat de toegankelijkheid van dit anticonceptiemiddel voor bepaalde groepen vrouwen aanzienlijk belemmerde.

 

1971
Eerste abortuskliniek

Het Mildredhuis in Arnhem was de eerste abortuskliniek in Nederland. In hetzelfde jaar openden ook klinieken in Amsterdam, Beverwijk, Den Haag, Rotterdam en Utrecht.

 

1976
Wet gelijk loon voor vrouwen en mannen

In 1973 presenteerde Dolle Mina het ‘Werkende Wijvenplan’, een radicaal feministisch actieprogramma. Ze eisten gelijk loon voor gelijke arbeid, gelijke kansen in opleiding en beroep, gratis kinderopvang, gezamenlijke woonvoorzieningen en individualisering van de belastingen. Het plan bracht vrouwenarbeid stevig op de politieke agenda. Pas in 1975 werd de Wet gelijk loon voor vrouwen en mannen aangenomen, een belangrijke stap richting economische gelijkheid.

 

1980
Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen

De in 1980 ingevoerde Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen bepaalt dat een werkgever geen onderscheid mag maken tussen mannen en vrouwen bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst, het verstrekken van onderricht aan de werknemer, in de arbeidsvoorwaarden, bij de arbeidsomstandigheden, bij de bevordering en bij de opzegging van de arbeidsovereenkomst.

 

1982
Vertrouwen in technische vrouwen

Vanaf de jaren 80 begon de Nederlandse overheid campagne te voeren om vrouwen in de techniek aan te trekken. In 1982 lanceerde het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de campagne “Vertrouwen in technische vrouwen” om werkgevers in de technische sector te stimuleren meer vrouwen in dienst te nemen, en vrouwen op hun beurt te stimuleren zich in de technische beroepen te bekwamen. Door middel van een postercampagne werden beroepen als lassen, vliegtuigbouw, kraandrijven en elektrotechniek aanbevolen.

 

1984
Wet afbreking zwangerschap

Abortus is sinds 1984 in Nederland toegestaan door het toevoegen van uitzonderingen in het Wetboek van Strafrecht. Dit wil zeggen dat abortus tot 24 weken legaal is, mits dit wordt uitgevoerd door een arts in een abortuskliniek of ziekenhuis met een abortusvergunning. Na 24 weken mag een abortus alleen worden uitgevoerd als de vrouw in levensgevaar verkeert. In 2022 werd de wettelijk verplichte beslistermijn van 5 dagen losgelaten. Omdat abortus nog steeds is opgenomen in het Wetboek van Strafrecht is het in feite niet legaal, maar onder omstandigheden toegestaan. De laatste jaren wordt er opgeroepen om het Wetboek van Strafrecht aan te passen en daarmee het recht vast te leggen. De wet ontstond in de internationale context: zo werd in 1967 de Abortion Act aangenomen in het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten volgden in 1973 met Roe v. Wade, in België werd abortus gelegaliseerd in 1990.

 

1987
Ik vlecht liever ijzer dan haar

Met de campagne “Vrouwen gezocht voor ‘mannenwerk’” probeerde het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid traditionele rollenpatronen te doorbreken. Door middel van reclames werden vrouwen niet alleen maar als eindgebruikers van producten neergezet, maar juist ook als vervaardigers. De postercampagne met slogans als “ik stop liever lekken dan sokken”, “ik vlecht liever ijzer dan haar” en “ik mix liever beton dan slagroom” spreekt tot de verbeelding. De campagne kwam ook voort uit een economisch gedachtengoed, mannen kozen steeds vaker voor beroepen die niet als mannelijk werden gezien, waardoor er tekorten ontstonden in de bouw.

 

1991
Verkrachting binnen het huwelijk

Door een wetswijziging is sinds 1991 de definitie van verkrachting verruimd. Verkrachting binnen het huwelijk wordt sindsdien hetzelfde behandeld als verkrachting in andere gevallen.

 

1993
Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG)

Met deze wet wordt de zelfstandige rol van verloskundigen wettelijk vastgelegd en beschermd. Vroedvrouwen mogen autonoom werken, binnen duidelijke protocollen. Er ontstaat weer meer waardering voor ‘de natuurlijke bevalling’, ook buiten ziekenhuizen.

 

1994
Algemene wet gelijke behandeling

De Algemene wet gelijke behandeling uit 1994 is een verdere uitwerking van Artikel 1 van de Nederlandse Grondwet. De wet verbiedt dat er onderscheid gemaakt wordt op basis van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksuele geaardheid of burgerlijke staat. Dit moet zorgen voor een betere gelijke behandeling voor alle Nederlanders.

 

2000
Afschaffing bordeelverbod

In 2000 werd na decennia politiek gesteggel het bordeelverbod afgeschaft. Dit gebeurde ter bescherming van de positie van sekswerkers, bestrijding van exploitatie van onvrijwillige prostitutie en beheersing en regulering van exploitatie van prostitutie. Op 1 oktober 2000 werd ook seks met een sekswerker jonger dan 18 jaar strafbaar gesteld.

 

2005
Wet kinderopvang

De wet kinderopvang zorgde ervoor dat de kinderopvang voortaan door drie partijen gefinancierd werd: de overheid, de ouders en de werkgever. Met deze wet werd ook de inkomensafhankelijke kinderopvangtoeslag ingevoerd, waardoor de kinderopvang toegankelijker en betaalbaarder werd.

 

2011
Wijziging basispakket

Tijdens bezuinigingen in 2011 kiest de overheid ervoor om de pil uit het basispakket te schrappen wegens ‘gebrek aan medische noodzaak’. Vrouwen onder de 18 jaar krijgen anticonceptiemiddelen nog wel vergoed, voor 18 tot 20-jarigen valt het onder het eigen risico en boven de 21 jaar moet het zelf betaald worden. In 2019 heeft Bureau Clara Wichmann een rechtszaak aangespannen tegen de staat waarin ze bepleiten dat zolang vrouwen opdraaien voor de kosten van anticonceptie, er sprake is van discriminatie.

 

2022
Afstand Roe v. Wade

In 1973 werd het recht op abortus in de rechtszaak Roe v. Wade in de Verenigde Staten vastgelegd door het Hooggerechtshof, maar in 2022 werd deze uitspraak teruggedraaid. Staten kregen zo weer de bevoegdheid abortus te verbieden, zelfs in vroege stadia van de zwangerschap. In conservatievere staten betekent dit dat de toegang tot veilige abortusbehandeling voor vrouwen moeilijker of zelfs onmogelijk is, maar ook de begeleiding bij zwangerschappen verdwijnt door de sluiting van Planned Parenthood-klinieken. Ook zijn artsen terughoudend bij complicaties uit angst voor vervolging.

 

2022
Vrouwenquotum

In 2022 werd de wet ingroeiquotum en streefcijfers ingevoerd, ook wel bekend als het vrouwenquotum. De wet moet zorgen voor een evenwichtigere man-vrouwverhouding in de top van het bedrijfsleven. Dat de wetgeving effect heeft blijkt uit de Female Board Index van 2024. Het aantal benoemde vrouwelijke bestuurders steeg van 13% naar 33%: 8 van de 25 nieuwe bestuurders is nu vrouw

 

2023
Europese Richtlijn loontransparantie

De Europese Richtlijn loontransparantie bevordert gelijke beloning voor mannen en vrouwen in de EU. Hoewel Nederland in 1980 de wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen invoerde, verdienen vrouwen nog altijd minder dan mannen voor hetzelfde werk. Het wetsvoorstel bevat maatregelen voor transparantie in beloning en verbeterde rechtsbescherming voor werknemers. In 2025 wordt in de Tweede Kamer een conceptwetsvoorstel gepresenteerd, waarin werkgevers – vooral grote bedrijven – verplicht worden om regelmatig rapporten over loonverschillen aan de overheid voor te leggen.