Dit artikel van Maarten van Gestel verscheen eerder in Trouw onder de titel ‘Deze drie steenrijke broers sponsoren klimaatonderzoek, en zij zijn niet de enigen‘ op 23 juli 2023. Maarten is ook te gast in de podcast Design voor de planeet, waarin hij meer toelichting geeft op het artikel.
Klimaatonderzoekers krijgen steeds vaker geld voor onderzoek van filantropen. Techmiljardairs vinden het tegenhouden van zonlicht met zwavelwolken interessant, terwijl dit mogelijk hele weersystemen kan verstoren.
Net als veel andere mensen wordt ook Marc Salzer Levi (66) ‘wakker geschud’ door de film An Inconvenient Truth van Al Gore uit 2008. Maar anders dan de meeste mensen komt Salzer Levi uit een zeer vermogende familie: hij zou met zijn portemonnee iets aan het klimaatprobleem kunnen doen.
Salzer Levi’s voorouders zijn in 1920 mede-oprichters van Nidera, dat in agrarische grondstoffen handelt. In 2014 wordt de firma aan een Chinees staatsbedrijf verkocht. Quote schat (in 2018) het vermogen van de familie op 465 miljoen euro. Na het zien van de film willen Salzer Levi en zijn broers Jean en Alain een deel van hun vermogen inzetten voor de strijd tegen klimaatverandering. “Maar aanvankelijk tot ongenoegen van onze vader.”
Vader, geboren in 1925 en lang directeur en commissaris van Nidera, heeft ‘gevoelsmatig’ niets met klimaatverandering, vertelt Salzer Levi. Maar in zijn laatste levensjaren verandert er iets. “Hij zag dat wij ons zorgen maakten. Niet om onszelf, maar om onze kinderen en kleinkinderen en de kleinkinderen van de wereld.” Op zijn sterfbed, in 2021, dringt de 96-jarige vader er bij zijn kinderen op aan om met het familievermogen in actie te komen.
De broers kijken rond. Ze zijn geen Bill Gates of Jeff Bezos en hebben geen miljarden te besteden. Hoe kunnen ze toch een wezenlijke impact maken? In 2021 bezoekt Marc Salzer Levi in Brussel een presentatie over marine cloud brightening (MCB). Dit is het science-fiction-achtige idee om vanuit schepen het zout uit zeewater met kanonnen in de lucht te spuiten om wolken witter te maken, waardoor ze zonlicht weerkaatsen en de Noordpool beschermen tegen smelten. “Dit bestaat nog niet. We kwamen tot de conclusie dat we hieraan een relevante bijdrage konden leveren.”
Nu doen wetenschappers van de TU Delft en Cambridge University samen onderzoek naar het idee. Cambridge onderzoekt de techniek – hoe kan je zeewater zo oppompen dat de zoutkristallen in de lucht komen – en Delft probeert de natuurkundige gevolgen uit te denken. Dit onderzoek en deze samenwerking zijn alleen mogelijk door een donatie van 3 miljoen euro van Refreeze the Arctic, de stichting die vorig jaar door de Salzer Levi’s is opgericht.
Hoogleraar en onderzoeksleider Herman Russchenberg noemt het geld ‘heel welkom’. “De urgentie van klimaatverandering neemt met de dag toe. We hebben elke euro nodig die we kunnen krijgen.” Salzer Levi is trots: “We hebben in recordtijd iets van de grond kunnen brengen dat zeer doelgericht is”.
Meer privaat geld naar klimaatwetenschap
Klimaatwetenschappers krijgen steeds vaker geld voor onderzoek van rijke filantropen. Harde cijfers zijn er niet, maar een rondgang van Trouw langs prominente Nederlandse klimaatwetenschappers bevestigt dit beeld. Russchenberg hoopt bijvoorbeeld ook geld te krijgen van de Amerikaanse Simon’s Foundation voor onderzoek naar het dunner maken van cirruswolken, waardoor ze mogelijk minder warmte vasthouden.
Methaanonderzoeker Thomas Röckmann van de Universiteit Utrecht werkt aan drie projecten die gefinancierd zijn met privaat geld, zoals een onderzoek om methaan uit de atmosfeer te zuigen. Heleen de Coninck van de TU Eindhoven vertelt dat ze twee projecten doet met geld van de Brenninkmeijers, naast de C&A-familie ook de rijkste familie van Nederland.
Volgens klimaatonderzoeker Detlef van Vuuren van de Universiteit Utrecht is die ontwikkeling niet nieuw. Tien jaar geleden kreeg hij geld van de Amerikaanse stichting ClimateWorks als hij congressen organiseerde. Wel ziet hij dat het de afgelopen jaren om steeds grotere bedragen gaat. Bij zijn congressen ging het nog over bijdragen van zo’n tienduizend dollar. Maar de Ikea Foundation en de Deense KR Foundation financierden recent enkele van zijn onderzoeken met honderdduizenden euro’s.
Het nieuwe geld voor Nederlands onderzoek past in het bredere, internationale plaatje van klimaatfilantropie. Waar mensen als Bill Gates in de jaren negentig vooral geld doneerden aan aids- en malaria-bestrijding, staat nu ook het tegengaan van de klimaatcrisis hoog op de agenda.
De bedragen hiervoor zijn niet zo groot als wat Gates gaf en geeft aan het uitroeien van ziektes. Naar schatting van ClimateWorks gaat zo’n 2 procent van het wereldwijde filantropengeld naar klimaat. Toch is dit substantieel. Gates doneert aan een duurzame toekomst, Elon Musk (Tesla, Twitter) hield een prijsvraag voor technologieën die CO2 uit de lucht zuigen en Amazon-baas Jeff Bezos zegde vorig jaar 10 miljard dollar toe aan zijn Earth Fund, waarmee hij zichzelf waarschijnlijk in één klap de grootste klimaatfilantroop ter wereld maakt – en ook die 2 procent opkrikt.
Voor wetenschappers is het in principe goed nieuws. “Dit is serieus geld”, zegt Röckmann. “Dat opent nieuwe mogelijkheden.” Van Vuuren denkt dat hij zijn onderzoek – naar klimaatbestendigheid van ontwikkelingslanden – mogelijk niet had kunnen doen zonder het geld van de Ikea Foundation. De Coninck benadrukt dat ze met het filantropengeld ‘vrijer’ kon werken, en sneller aan de slag kon. “Het scheelt veel tijd die ik normaal besteed aan onderzoeksvoorstellen, waar je vervolgens 5 procent slagingskans hebt.”
Hoe wenselijk is de stempel van miljonairs op klimaatonderzoek?
Toch zijn er ook zorgen over de klimaatfilantropen en over de vraag hoe wenselijk hun stempel op de wetenschapsagenda is. Frank Biermann, hoogleraar mondiaal duurzaamheidsbeleid aan de Universiteit Utrecht, zegt dat veel van de klimaatfilantropen hun geld hebben verdiend in de techsector. “Die miljardairs hebben hun eigen wereldbeeld. Ze geloven vaak niet zozeer in massale gedragsverandering of strengere regelgeving, maar in technologische oplossingen.”
Veel van het filantropengeld gaat volgens Biermann naar technologieën die CO2 uit de lucht moeten zuigen. Of naar ‘geo-engineering’; het knutselen aan de natuur en het weer. “Dat klinkt als iets moois, maar is niet zonder risico’s.”
Het witter maken van wolken kan zo ingrijpend zijn, dat het weer- en klimaatpatronen verstoort op manieren die niet te voorzien zijn. Nog groter zijn de potentiële gevaren van stratospheric aerosol injection (SAI), waarbij zwavelwolken in de stratosfeer worden geblazen die het zonlicht moeten dimmen. “Het onderzoek hiernaar, zoals door Harvard, wordt vrijwel geheel mogelijk gemaakt door rijke filantropen.”
Die filantropen zullen nooit de macht hebben om die technieken zelf toe te passen – dat is aan overheden voorbehouden. Maar dat betekent niet dat het onderzoek onschuldig is. “Zodra het onderzoek gedaan is en de resultaten openbaar zijn, verlies je controle over wat ermee gebeurt.” Het gevaar van dit ‘zonnestraalgeknutsel’ is volgens Biermann dat het goedkoop toe te passen is, waardoor het aantrekkelijk kan zijn voor landen die makkelijk hun klimaatdoelen willen halen en lak hebben aan de mogelijke gevaren.
Russchenberg staat lijnrecht tegenover Biermann in deze discussie. Waar Biermann een online petitie startte om het onderzoek naar SAI tegen te houden, stelt Russchenberg dat ‘angst een slechte raadgever’ is. “Juist als je ergens bang voor bent, moet je het onderzoeken en op basis daarvan kijken of je het moet uitvoeren.” Hij voegt toe dat het witter maken van de wolken minder risico’s kent dan het maken van stofwolken in de stratosfeer. Met het opspuiten van zout kan je direct stoppen als er ongewenste effecten zouden optreden, die stofwolken haal je niet meer uit de lucht.
Tegelijkertijd doet ook Russchenberg niet lichtzinnig over de potentiële risico’s van onderzoeksfilantropie. “Het is belangrijk dat een universiteit duidelijke spelregels opstelt. In ons geval hebben de geldschieters geen inhoudelijke invloed op ons onderzoek en komen de onderzoeksresultaten niet in hun bezit.” Toch zijn de broers invloedrijk. Salzer Levi: “Binnen twee jaar willen we een proof of concept. Dat is onze eis aan de universiteit.”
Het voelt soms wel ongemakkelijk
De andere onderzoekers die privaat geld krijgen, voelen soms ook enig ongemak. De Coninck zegt dat de verdeling van wetenschappelijk geld normaal zeer transparant en eerlijk verloopt. Voor filantropengeld geldt dat niet. Zo denkt ze dat ze makkelijker geld krijgt omdat ze meeschreef aan toonaangevende rapporten van het IPCC, het VN-klimaatpanel. “Door die bekendheid word je sneller benaderd.”
Andere klimaatonderzoekers zeggen dan ook dat ze niet profiteren van het filantropengeld. Zo staan weldoeners niet te springen om onderzoek naar klimaatrecht of het verbeteren van klimaatmodellen te betalen. “Filantropen willen resultaten zien van het geld dat ze investeren”, denkt Russchenberg. “Onderzoek naar verfijning van modellen zal er niet snel inzitten, want dat is niet heel zichtbaar.”
Van Vuuren deelt de vraagtekens over de eerlijke verdeling van geld, maar denkt dat de problemen beheersbaar zijn zolang de bijdragen van filantropen vooral een bonus blijven. “Het grootste deel voor klimaatonderzoek komt via de reguliere weg. We zijn niet afhankelijk van externe geldschieters.”
Oplossing of schuld afkopen?
Is klimaatfilantropie – inclusief bijbehorende belastingvoordelen voor de allerrijksten – een oplossing? Of een manier van schuld afkopen? Salzer Levi, de geldschieter van Refreeze the Arctic, werkte vroeger voor Shell. “Nota bene op de kolenafdeling.” Toch zegt hij niet te doneren aan onderzoek vanuit schuldgevoel. “Ik voel dat onze hele levensstijl de oorzaak is van het klimaatprobleem, niet het feit dat ik bij Shell heb gewerkt.”
Hij roept op tot systeemverandering. “We moeten stoppen met vlees eten, individuele auto’s vervangen door openbaar vervoer, we moeten aan de warmtepompen en hernieuwbare energie.” Zelf doet hij een aantal van deze dingen al, zegt hij, maar met zijn geld kan hij de wereldbevolking niet zomaar van gedachten veranderen. Wel kan hij technologie helpen ontwikkelen die mogelijk tijd kan winnen om het klimaatprobleem op te lossen.
Het voelt ook goed, zegt hij, om deel te kunnen zijn van de oplossing. Als de onderzoekers in Delft en Cambridge aantonen dat het concept potentie heeft, beginnen over twee jaar de eerste proefjes. Over tien jaar kan er misschien getest worden op echte wolken, in het noorden van Schotland. “Als ik tegen die tijd nog leef, ga ik daar uiteraard zelf naartoe. Je zou niet moeten meewerken aan zo’n project zonder betrokkenheid.”
Mocht blijken dat het witter maken van de wolken niet gaat werken, is dat voor de miljonair ook waardevol. “Dan weten we dat we iets anders moeten zoeken.” Met klimaatfilantropie gaan hij en zijn broers via hun stichting door, in dat geval via een andere weg. Bijvoorbeeld via het bevriezen van poolwater, maar ook de omstreden zwavelwolken die zonlicht dimmen zijn dan ‘hoogstwaarschijnlijk niet uitgesloten’.