GOTH - Designing Darkness

Onze elf favoriete moderne gothic romans

16 november 2021
Boek
Achtergrond
Tips

Ook in de 20e en 21e eeuw wordt de literaire fictie nog bezwangerd door thema’s en stijlelementen die onbetwistbaar goth te noemen zijn. Maar waar te beginnen? Schrijver, dichter en voormalig NRC-recensent Peter Drehmanns is onze gids in de wondere wereld van de moderne gothic romans.

Wise Blood – Flannery O’Connor (1949)

Een even grimmige als groteske vertelling over een jonge oorlogsveteraan die volgelingen probeert te rekruteren voor zijn nihilistische geloofsleer: The Church without Christ. Tijdens zijn tot mislukken gedoemde en uiteindelijk gewelddadige missie in het zuiden van de VS komt een stoet bizarre randfiguren voorbij wier ziel grondig gebutst is. En wat te denken van pregnante, gothic aandoende zinnen als: ‘De krulspelden omlijstten haar gezicht als donkere zwammen’?

Blood Meridian – Cormac McCarthy (1985)

Aan verschrikkingen en excessen geen gebrek in deze nietsontziende roman. Een bende bloeddorstige premiejagers trekt rond 1850 moordend en plunderend door het grensgebied van Texas en Mexico. Hun leider is de demonische, zowel erudiete als uitgesproken gewelddadige Judge Holden. In lyrisch, haast oudtestamentisch proza wordt korte metten gemaakt met het geromantiseerde beeld van het Wilde Westen. Wat je noemt huiveringwekkend.

The Visitor – Maeve Brennan (ca. 1944)

Een beklemmende vertelling over isolement en schrijnende confrontaties. In een kil, mistroostig huis in regenachtig Dublin botsen een jonge vrouw en haar hardvochtige grootmoeder voortdurend met elkaar. Dit van melancholie en dood doortrokken verhaal doet de lezer naar adem happen.

Hondenhart – Michail Boelgakov (1925)

Frankensteiniaanse satire op de uitwassen van de Russische revolutie. Een professor implanteert organen van een criminele muzikant in een straathond, die vervolgens als beestachtig mens zijn omgeving terroriseert. Dit destijds in de Sovjet-Unie verboden boek overrompelt met zwarte humor en buitenissige taferelen.

Nachtlicht – Albert Sánchez Piñol (2005)

Het verblijf van een meteoroloog op een verlaten eiland nabij Antarctica ontpopt zich tot een spookverhaal waarin gruwelijke monsters de hoofdpersoon belagen. De meest fascinerende verhaallijn betreft wellicht de (deels seksuele) verhouding die de weerkundige met een gevangen vrouwtjesmonster heeft. De grens tussen gewetensvol handelen en barbaars gedrag is ijzingwekkend dun in deze verontrustende, raadselachtige en apocalyptische roman.

The Wasp Factory – Iain Banks (1984)

Een griezelige duik in de zwarte ziel van de excentrieke tiener Frank, die zich in een afgelegen Schots dorp bezighoudt met macabere (offer)rituelen en wraakfantasieën. Banks schetst een onalledaagse en onheilspellende wereld waarin paranoia en andere vormen van waanzin welig tieren. Op het einde van de roman doet Frank een onthutsende ontdekking omtrent zijn identiteit.

Het zwarte licht – Harry Mulisch (1956)

Zoals in de meeste van zijn boeken betoont Mulisch zich ook hier een literaire demiurg, die in dit geval een wonderlijk brouwsel van Hollands realisme, occulte mystiek, elementen uit de Apocalyps en alchemistische symbolen heeft vervaardigd. Op de dag dat het einde der tijden is aangekondigd viert Maurits Akelei, beiaardier in een gotische toren, zijn verjaardag. Aan het eind van het bandeloze verjaardagspartijtje wordt hij naar het zwarte licht van de zon gezogen. Een geraffineerd spel van betovering en onttovering.

Lunar Park – Bret Easton Ellis (2005)

Ingenieuze mengeling van autobiografie en fictie, van bovennatuurlijke aspecten en de bittere post-9/11-realiteit in een New-Yorkse suburb. Op Halloweenavond openbaren zich de eerste van een reeks raadselachtige gebeurtenissen, waarbij de woning van de auteur in een spookhuis lijkt te veranderen en ook personages van zijn eerdere romans plotseling in de werkelijkheid opduiken. Zijn dit slechts de demonen van de schrijver zelf of is er meer aan de hand?

Letter en geest. Een spookverhaal – Frans Kellendonk (1982)

De ietwat wereldvreemde hoofdpersoon Felix Mandaat krijgt een baan bij een universiteitsbibliotheek, waar hij zich vooral verveelt totdat hij in het magazijn een spook ontdekt. Op zoek naar een verklaring komt hij als het ware in een spiegelpaleis terecht waar zijn zekerheden worden ondermijnd en hij vooral zichzelf tegenkomt.

The Hound of the Baskervilles – Arthur Conan Doyle (1902)

Wellicht de donkerste roman rond Sherlock Holmes. De scherpzinnige detective wordt opgescheept met een onheilspellend mysterie, waarbij er naast het lijk van Sir Charles Baskerville de pootafdrukken van een reusachtige, monsterlijke hond worden gevonden. Er volgt een bloedstollende speurtocht in een landschap dat onmiskenbaar gothic is, compleet met nevelsluiers, verraderlijke moerassen en barre vlaktes. Een heerlijk luguber verhaal.

Frankissstein – Jeanette Winterson  (2019)

Een verrukkelijke en vernuftige mix van genres: sf-roman, parodie, gothic novel, liefdesverhaal en filosofische vertelling. Winterson verweeft twee verhaallijnen met elkaar: een die vanuit het perspectief van Mary Shelley het ontstaan van haar roman Frankenstein beschrijft, én een hedendaagse waarin een transgender arts, een met transhumanisme experimenterende professor en een verkoper van seksrobotica figureren.