Radical Austria | Everything is Architecture

Collegereeks over de Oostenrijkse avant-garde-traditie

2 augustus 2021
Artikel
Video

“A little world in which the big one holds its tryouts”, zo beschrijft Bart Lootsma, hoogleraar Architectuurtheorie aan de faculteit Architectuur aan de Universiteit van Innsbruck en gastconservator van de tentoonstelling Radical Austria: Everything is Architecture, de ontwikkeling van Oostenrijkse avant-gardebewegingen in de twintigste eeuw. In deze lezingenreeks plaatst Lootsma het zogenaamde ‘Radicale Oostenrijk’ van de jaren zestig in de context van de lange Oostenrijkse traditie van kunst en architectuur.

Het openingscitaat van cultuurhistoricus Carl E. Schorske (die op zijn beurt de dichter Friedrich Hebbel citeerde) raakt de kern van de Oostenrijkse cultuurgeschiedenis en die van Wenen in het bijzonder. Deze hangt samen met de bijzondere positionering van Wenen: het was de op vijf na grootste stad ter wereld voor WOI, hoofdstad van het Habsburgse rijk en een belangrijke schakel in een periode waarin de wereld ingrijpende veranderingen doormaakten; later bestond Wenen in relatief isolement als hoofdstad van de eerste en tweede Oostenrijkse Republiek.

Bart Lootsma heeft in het studiejaar 2020-2021 twee lezingenreeksen gewijd aan het onderwerp van Oostenrijkse avant-gardes, als onderdeel van de vakken ‘Architektur­theorie 2’ en de ‘Master Architektur­theorie’. Gecombineerd omvatten ze de Oostenrijkse avant-gardes van het ‘fin de siècle’, het ‘interbellum’ en dat van de jaren zestig en zeventig en tonen de continuïteit daartussen. Deze is nogal verrassend, gezien de ernstige onderbrekingen door fascisme, oorlog, geallieerde bezetting en de ballingschap en dood van zoveel Oostenrijkse intellectuelen en joden.

Tijdens het ‘fin de siècle’ trok Wenen niet alleen wetenschappers en kunstenaars uit het Habsburgse rijk aan, maar ook uit het buitenland. In de jaren dertig werden veel in­tel­lec­tuelen vervolgd en gingen ze in ballingschap, wat een opmerkelijke verspreiding veroorzaakte van een cultuur die zijn oorsprong vond in Oostenrijk, met name in Angel­sak­sische landen. Toen het Oostenrijks Staatsverdrag heel laat in 1955 werd verzegeld, verscheen Oostenrijk, omringd door het IJzeren Gordijn, bijna als een aan­hang­sel van Europa, afgesneden van zijn traditionele achterland. Het bleef vrij ge­ïso­leerd totdat vooral jonge intellectuelen en kunstenaars, architecten in het bijzonder, actief de hand begonnen te reiken – vaak via voormalige ballingen, waardoor ze weer in contact kwamen met hun eigen avant-gardes.

Fin de siècle

In de eerste lezingenreeks laat Lootsma ons kennismaken met Wenen tijdens het ‘fin de siècle’ – toen Wenen de vijfde stad van de wereld was. Het was de periode van de Ringstraße, maar ook die van Sigmund Freud, Ludwig Wittgenstein, Josef Hoffman, Otto Wagner en Adolf Loos.

Klik hier voor het volledige overzicht.

Continuïteit tussen de jaren 20 en de jaren 60

In de tweede lezingenreeks gaat Lootsma in op de doorlopende lijn tussen de avant-gardes van de jaren twintig en die van de jaren zestig en begin jaren zeventig.

De jaren 1920 was de periode van het austromarxisme en de bijzondere vorm van logisch empirisme van de Wiener Kreis. Het was ook de periode van de enorme huisvestingsprogramma’s van de ‘nederzettingenbeweging’ en ‘Red Vienna’. Bart Lootsma bespreekt het belang van Otto Neurath en Friedrich Kiesler, en het terugkerende belang van de kennismetafoor van ‘Neuraths boot’.

De avant-garde van de jaren zestig en begin jaren zeventig werd bepaald door het Weense actionisme, cybernetica, ruimtevaart en een groot aantal internationale invloeden. Het was de periode van de radicale architectuur van Hans Hollein, Walter Pichler, Coop Himmelb(l)au, Haus-Rucker-Co, Zünd-Up en Salz der Erde.

Klik hier voor het volledige overzicht.

 

Nog geen genoeg van de colleges van Bart Lootsma? Lezingen van Lootsma en andere docenten aan de Universiteit van Innsbruck vind je hier.