Dance

Uit de tentoonstelling: emancipation

18 maart 2024
Uit de tentoonstelling

Bevrijding zit ingebakken in elektronische dansmuziek. Het is gemaakt om je vrij te doen dansen. De pompende four-on-the-floor-beat wekt een trance op die je al je zorgen van de week en het leven doet vergeten. Het is een belichaamde ervaring. Drums en ritme zijn altijd al de rituele gereedschappen van de dans geweest. Dat is in onze tijd niet anders, behalve dat ze nu gegenereerd worden door middel van elektriciteit.

Het verhaal van emancipatie begint met de disco uit de jaren zeventig van de 20ste eeuw. In het begin van disco dansten leden van de LHBTIQ+ -gemeenschap, de zwarte en latino-gemeenschap in New York hun zorgen weg in de weekenden op soulmuziek met een pompende beat. Naarmate disco meer mainstream werd en zelfs op een gegeven moment verguisd en geridiculiseerd werd door de goegemeente, verdween het genre uit de spotlights. In Chicago ontstond een nieuw genre dat Europese disco met gospelinvloeden mengde en synthesizers en drumcomputers gebruikte: house, vernoemd naar The Warehouse, waar deze muziek voor het eerst werd gedraaid was geboren. In Detroit transformeert house tot techno. De gospel verdwijnt en maakt plaats voor rauwe futuristische ruimtegeluiden die vergezichten openen op een bevrijdende technologische toekomt. House en techno bleven in de jaren 80 marginale muziekstromingen in de VS, maar aan de andere kant van de oceaan groeien ze langzaam uit tot een toonaangevend fenomeen. Via Ibiza, Manchester, Londen en Berlijn beklimt house- en technomuziek de hitlijsten en dringt ze door tot het bewustzijn van de samenleving. Ook in Nederland krijgen house en techno voorzichtig voet aan de grond via clubs als de Roxy en de iT in Amsterdam.

Disco
Het woord disco komt van het Franse discotheque. In Parijs kwam nachtclubmanager Régine Zylberberg in 1953 op het idee om gekleurde lampen op te hangen, een dansvoer neer te leggen en twee draaitafels te gebruiken in plaats van een band, om zo continu muziek te kunnen draaien. De Parijse disco was een exclusieve gelegenheid. In New York werd de discotheek begin jaren 70 een undergroundplek waar mensen uit de LHBTQI-gemeenschap vrij met elkaar konden dansen en zwarten en latino’s niet werden geweigerd. De muziek was dan ook een mix van soul, r&b en salsa, aangevuld met een pompende vierkwartsmaat, beroemd gemaakt door de drummer Earl Young van de band Harold Melvin and the Blue Notes.

Met de opening van glamourdiscotheek Studio54 in 1977 werd disco gelinkt aan Hollywood- en rocksterren. De film Saturday Night Fever met John Travolta katapulteerde disco in de mainstream, mede dankzij de soundtrack van de Bee Gees. Ook in Europa werd disco geproduceerd. De Italiaans-Duitse producer Giorgio Moroder was een van de eersten die synthesizers gebruikte in disco en de weg effende naar nieuwe stijlen.

De jaren 80
Begin jaren 80 wordt in de VS de Republikein Ronald Reagan president. Hij begint meteen met het afschaffen van regels voor bedrijven en het snijden in sociaal beleid van de overheid. Dit heeft als gevolg dat in Wall Street de aandelenkoersen omhoogschieten, maar dat in de arme buurten allerlei lesprogramma’s worden afgeschaft, zoals ook muziekles. Talloze zwarte en latino-kinderen komen niet meer in aanraking met muziekinstrumenten. Het industriële hart van de VS was bovendien in verval geraakt. De oliecrisis van 1973 had autostad Detroit hard getroffen. Zuinige Japanse auto’s kregen voet aan de grond in de Verenigde Staten en de Amerikaanse autoproducenten konden niet meekomen. Het is tegen deze achtergrond van verval en bezuinigingen dat in Detroit techno ontstond. Ironisch genoeg waren het weer de Japanners die de kansarme jeugd in Detroit voorzagen van ‘goedkope’ elektronische instrumenten. Daarnaast waren de verlaten fabrieksterreinen en gebouwen ideale plekken om de verbeelding de vrije loop te laten.

In Groot-Brittannië was Margaret Thatcher aan de macht. Zij voerde eenzelfde beleid als Reagan en privatiseerde veel staatsbedrijven terwijl ze ook de mijnen sloot, met massawerkeloosheid als gevolg. Vooral jongeren hadden hieronder te lijden. Industriële leegstand was ook in Engeland aan de orde en schiep ruimte voor jongeren die alle tijd van de wereld hadden om illegale feesten houden en hun zorgen weg te dansen. De Do It Yourself-attitude van punk was in Engeland al wijdverbreid en vandaar was het een logische stap naar het zelf experimenteren met de elektronica van house en techno.

House
Eind jaren 70 verdween disco uit de mainstream. Platenmaatschappijen produceerden als fabrieken aan de lopende band discomuziek, wat zorgde voor allerlei gekunstelde nummers. Dat zorgde er ook voor dat het grote publiek oververzadigd was. Een ander punt dat de ondergang van disco inluidde was racisme en homofobie. In 1979 organiseerde radio-dj Steve Dahl het ‘Disco Sucks’-event in een honkbalstadion in Chicago. Gekleed in legerkleding blies hij op het veld een stapel discoplaten op, waarna de toeschouwers naar hem toe renden om hun platen te verbranden. Opvallend genoeg was het merendeel van de platen die werden vernietigd geen disco, maar soul en r&b.

In datzelfde Chicago ging disco weer ondergronds en transformeerde het tot house. DJ’s als Ron Hardy, Larry Levan en Frankie Knuckles draaiden muziek die voortborduurde op disco, maar de uitvoerige orkestraties wegliet en verving door synthesizers, drumcomputers en op gospel geïnspireerde zang. Ook de clubs waar deze muziek werd gedraaid weerspiegelden deze aanpak. Weg was alle glamour. Een dansvloer, speakers en een dicht op elkaar gepakte dansende mensenmassa. De mensen die disco waren begonnen hadden hun eigen intieme cultuur terug.

Techno
House begon zich langzaam te verspreiden in de VS. In Detroit werd het verbouwd tot techno. Detroit was naast een steeds meer in verval rakende industriestad ook een belangrijk centrum voor zwarte muziek. Het is de stad van Motown waar aan de lopende band soul en r&b werd geproduceerd, maar ook de thuisstad van de afrofuturistische funkband Parliament van George Clinton. In Detroit werd house machinaler, maar zonder zijn ziel te verliezen. Technologie was niet alleen een middel om de muziek te maken, maar ook een thema binnen de muziek. De vlucht uit de marge van de samenleving betrof nu niet de elektronische extase, maar dromen over de ruimte, over cyborgs en robots. De muziek werd ook intellectueler, radicaler en politieker.

De bekendste pioniers van techno, The Belleville Three (Juan Atkins, Kevin Saunderson en Derrick May), lieten zich inspireren door de boeken Future Shock en The Third Way. Het collectief Undergound Resistance zag in technologie juist een middel om jezelf te definiëren en muren tussen klassen en rassen te slechten, en het probeerde jonge zwarte mannen een hart onder de riem te steken.

Groei
Aanvankelijk blijven house en techno ondergrondse fenomenen in hun thuisland, de VS. Het is aan de andere kant van de oceaan, in Groot-Brittannië, dat deze genres mainstream zullen worden. In 1986 bereikte de housetrack ‘Jack your body’ van Steve ‘Silk’ Hurley de nummer 1-plek van de UK-top 40. In steden als Manchester en Londen ontstond een levendige scene van clubs en illegale feesten in weilanden en verlaten gebouwen. Deze zogeheten raves groeiden uit tot een nationaal fenomeen, dat op een gegeven moment door de overheid een halt werd toegeroepen. In het Verenigd Koninkrijk ontstonden weer nieuwe genres, zoals het op Ibiza geënte Balearic House en het op reggae en dub geïnspireerde jungle. Vanuit Engeland verspreidde elektronische dansmuziek zich verder over Europa, maar bereikte het ook weer de VS, waar het door het algemene publiek gezien werd als Europese ‘witte’ muziek.