Duitse kolonie voor boeren-soldaten
Reichskommissar Himmler geeft SS- en Polizeiführer Globocnik van het district Lublin de leiding over het Germaanse kolonisatieproject in de regio rond Zamosc, nu in Zuid-Oost Polen. Nadat hier de Joden al gedeporteerd zijn worden in 294 dorpen van november 1942 tot augustus 1943 zo’n 110.000 Polen en Oekraïners opgepakt en rasmatig geselecteerd. Kinderen jonger dan 14 en ouderen boven de 60 moeten zich maar zien te redden. Jonge kinderen met ‘Germaanse kenmerken’ gaan ter verduitsing naar pleeggezinnen in Duitsland. Volwassenen worden in wagons gepropt en naar Berlijn gedeporteerd om Joodse dwangarbeiders af te lossen. Die kunnen nu naar Auschwitz. Volksduitse boeren-soldaten en hun gezinnen krijgen boerderijen met inboedel en vee in rijkere dorpen (rood). Collaborerende Poolse en Oekraïense boeren komen in naburige Z-dorpen (roze). In het roodomrande gebied met veel bedreigde Poolse (groen) en Oekraïense dorpen (geel) woedt een partizanenstrijd. Tezelfdertijd leidt Globocnik, ook met speciale kaarten, de Aktion Reinhardt die 1,7 miljoen Joden en 50.000 Roma vermoord in de vernietigingskampen Majdanek, Bełżec, Sobibór en Treblinka.
F. Staglica & Steinmetz, Besiedlungsplan Zamosc - Bilgorai - Krasnik, Lublin 1943, (21-7 ondertekend door opdrachtgever Odilo Globocnik). Digitale afdruk, Bundesarchiv Berlin, 92,5 x 151 cm.
