Modern Neder­­land 1963-1989

De overheids­dienst: de Dienst Esthetische Vormgeving PTT

22 januari 2021
Artikel

Ook in Nederland bestond geen centraal vormgevingsinstituut dat met behulp van bepalingen en handleidingen eenvormigheid nastreefde. De architectuur kende weliswaar de rijksbouwmeester, maar die kreeg zeker tijdens en na het rijks­bouwmeesterschap van Wim Quist (1930) van 1975-1979 vooral een regisserende functie. Toch ontstond er een min of meer gelijkgestemde moderne culturele ambitie binnen sommige grote staatsbedrijven – waaronder de PTT, de Staatsuitgeverij en enkele ministeries.

Restaurant expeditieknooppunt van PTT Amsterdam. Ontwerp Peter Struycken en André Volten, 1964.

Dit kwam vooral door de invloed van modernistische adviseurs op die bedrijven, in subsidiefondsen, commissies, prijsvraagjury’s en soms op persoonlijk vlak op bestuurders en politici. De ontwerper Benno Premsela (1920-1997) en de kunsthistoricus Hein van Haaren (1930-2014) waren bijvoorbeeld een leven lang betrokken bij de keuze van ontwerpers en kunstenaars in het publieke domein.

Met name het PTT (Post, Telefoon, Telegraaf)–bedrijf wist zichzelf overal zichtbaar te maken, door inzichten uit de moderne marketing met hedendaagse beeldende kunst te combineren. In heel Nederland waren de verschillende uitingen van post, telefonie en girodienst te herkennen: de rode kleur werd gebruikt voor post, groen voor tele­communicatie en blauw voor betaalverkeer. Het Expeditieknooppunt dat PTT in 1976 in Groningen bouwde en ontwikkelde werd een modernistisch Gesamtkunstwerk. Bob Bonies (1937) combineerde daar een heldere huisstijl met abstracte beeldende kunst. Zo realiseerde hij een vorm van ‘kleurbeelding’ en totaalkunst die samenvloeide met het dagelijks leven, sterk gelijkend op wat ooit de kunstenaars van De Stijl beoogden.

“Mijn keuze van vorm en kleur is niet gebaseerd op een wetenschappelijke theorie, maar op de persoonlijke ervaring die ik opdoe bij de confrontatie met vorm en kleur en ik wil in mijn werk geen bepaalde toevallige gemoedstoestand of situatie tot uitdrukking brengen. Ik maak wat direct herkenbaar is, en vermijd onduidelijkheden.” — Bob Bonies, kunstenaar-ontwerper (1976)

(Contrapunt)

De Dienst Esthetische Vormgeving PTT adviseerde over de meeste uitingen van het bedrijf. Architectuur en inrichtingen van postkantoren, maar ook de grafische vormgeving van formulieren vielen onder de dienst. Het opvallendste van de Dienst waren zonder twijfel de opdrachten die het gaf op het gebied van vormgeving en beeldende kunst. Voor PTT legde de dienst een eigen kunstcollectie aan, waarvan werken op vele plaatsen in het bedrijf te zien waren.

De meest prestigieuze culturele opdracht was wellicht de vormgeving van postzegels. De dienst nodigde meerdere malen per jaar ontwerpers uit om ter gelegenheid van actuele gebeurtenissen of herdenkingen zegels te ontwerpen. Een beetje ironisch was wel dat PTT met een strikt commerciële intentie de zegels vooral voor een verzamelaarspubliek in stand hield. Maar voorop stond de verspreiding van kunst onder een heel groot gedeelte van de bevolking.

“Deze [kunstbeleving] hoeft niet voorbehouden te blijven aan kleine groepen die zich de moeite getroosten musea en kunstgalerijen te bezoeken en hun weg in het veelsoortig kunstgebeuren te vinden. Daar [bij de dienst] heb ik met mijn medewerkers de overtuiging kunnen uitdragen, dat kunst en vormgeving krachten zijn die in de samenleving – en niet ernaast – het menselijk bestaan rijker en dieper kunnen maken.” — Hein van Haaren, directeur Dienst Esthetische Vormgeving PTT (1971)