Je familie kun je niet kiezen, je vrienden wél. Veel mensen houden er naast hun biologisch familie ook een zelfgekozen familie op na, een chosen family: mensen met wie je geen biologische band deelt die je begrijpen, helpen en van je houden. Ze beuren je op als het tegenzit, doen boodschappen als je met griep in bed ligt en vieren elke verjaardag mee.
De woongroep
Het idee om je eigen familie te kiezen is in de postmoderne samenleving steeds belangrijker geworden. Vaker dan vroeger proberen we eenzaamheid te verslaan door onze eigen vertrouwenskring te creëren. Tegen het einde van de jaren 60 vestigden hippies alternatieve gemeenschappen die functioneerden als uitgebreide families en vertrouwden op gemeenschappelijk bezit en solidariteit. Dat pakte niet altijd goed uit; de groepsdruk om je aan te passen en het gebrek aan privébezit zorgde vaak voor problemen.
Het wij-gevoel op de voetbalclub
Ook subculturen kunnen hechte gemeenschappen vormen en op die manier voor een gevoel van verbinding zorgen, of het nu de voetbalclub, toneelvereniging of een vriendengroep is. Dezelfde kledingstijl is daarbij vaak een manier je verbondenheid te voelen met elkaar. Afgestemde outfits stralen de boodschap uit van ergens bij horen, saamhorigheid en eenheid.
Familie op afstand
Sociale media hebben het mogelijk gemaakt om zelfs op afstand families te vormen. Hechte groepen mensen die elkaar in het echte leven mogelijk nooit gaan ontmoeten, maar zich verbonden voelen door gedeelde interesses of een emotionele band.
Lhbtqi+ families
De meest krachtige weerlegging van het idee dat je je vrienden wel kunt kiezen, maar je familie niet, zijn de zogenaamde ‘houses’ in de ballroom- en dragscene: alternatieve, zelfgekozen families die onderdak bieden aan diegenen die uitsluiting ervaren. Lhbtqi+-ers geven daar een nieuwe betekenis aan het woord familie.