Fredric Baas, conservator van de tentoonstelling BodyDrift – Anatomies of the Future, deed twee jaar onderzoek naar het onderwerp posthuman. In deze serie artikelen neemt hij je mee in zijn onderzoek. Dit is deel 1: ‘What is it like to be posthuman?’
Hoe ziet de toekomst van het menselijk lichaam eruit?
The future is now! We leven immers in 2020. Veel sciencefictionromans en -films uit de vorige eeuw spelen zich af in deze tijd, of zelfs al in ons verleden. Toch lijkt ons dagelijks leven bepaald niet op de spectaculaire toekomstvisioenen van vroeger. Waar is bijvoorbeeld mijn vliegende auto? Er is echter één project waar onafgebroken aan is gewerkt, waarbij grote doorbraken zijn gedaan en nog grotere aanstaande zijn; wijzelf. Technologie, van smartphones tot implantaten, heeft ons lichaam en onze relatie ermee al ingrijpend veranderd. Vergis je niet; de nieuwe mens is geen vreemd toekomstvisioen, je bent het zelf!
Ontwerpers en kunstenaars stellen zich tegenwoordig ieder op eigen wijze de vraag: ‘Hoe ziet de toekomst van het menselijk lichaam eruit?’ Zij verkennen de morele en technologische grenzen van het lijf. De mens wordt continue verbeterd, beschermd en aantrekkelijker gemaakt. Dit proces is al eeuwen aan de gang, maar komt nu door technologische vooruitgang in een stroomversnelling. De meest ingrijpende ontwikkeling daarbij is de steeds verder reikende impact van technologie op ons lichaam. Dat gaat niet alleen over de verdere versmelting van mens en machine maar ook over digitalisering en surveillance.
De tentoonstelling BodyDrift – Anatomies of the Future
In Design Museum Den Bosch is vanaf 1 juni (eindelijk!) de tentoonstelling BodyDrift – Anatomies of the Future te zien. De titel van, afgeleid van de term ‘body drift,’ refereert ook aan de voornoemde ontwikkelingen. Er vindt een verschuiving plaats van een enkel, natuurlijk lichaam naar een veelvoud van denkbeeldige, geseksualiseerde, virtuele en technologisch versterkte lichamen. Je zou misschien verwachten dat het menselijk lichaam zelf hierdoor minder belangrijk wordt. Het tegenovergestelde is echter waar. Het lichaam voert nog altijd de boventoon in onze beeldcultuur. Bovendien leidt de meeste technologie niet weg van ons lijf maar wordt het er – denk aan je stappenteller – juist onderdeel van.
In de tentoonstelling zie je de verschillende manieren waarop dit verschuivende mensbeeld gestalte krijgt; vanuit een geloof in ons lijf, via het bevragen van haar mogelijkheden en beperkingen, tot de wens óf de vrees het achter ons te laten. Van ontwerpen voor het lichaam, die erop of zelfs erin worden gedragen, verschuift de aandacht in de tentoonstelling naar situaties waar het over het lichaam gaat, om tenslotte helemaal aan ons lichaam voorbij te gaan. De reeks artikelen – waarvan dit het eerste inleidende deel is – over het overkoepelende thema van de tentoonstelling; Posthuman zal eenzelfde opbouw kennen. In het Posthuman gedachtengoed zelf fungeert het lichaam, net als in de tentoonstelling, hierbij als een ankerpunt waar geleidelijk we geleidelijk aan steeds verder van verwijderd zullen raken. Maar wie of wat is dat Posthuman eigenlijk?
De tovenaarsleerling
Dit is een tijd van ongekende mogelijkheden met evenvele keerzijden. Als een tovenaarsleerling heeft de mens onbeheersbare krachten ontketent. Onder invloed van het neoliberale kapitalisme, milieuproblematiek, de surveillance-maatschappij en elkaar versterkende technologieën als genetische modificatie, neurale interfaces, kunstmatige intelligentie en robotica is het aanzien van het leven op aarde drastisch veranderd. Het traditionele, humanistische mensbeeld is daarmee ook onderhevig aan ingrijpende veranderingen. Het is niet zozeer de vraag óf het menselijk leven zich aan deze transformatie kan onttrekken maar veeleer wanneer, en hoe ze zich zal voltrekken.
Van postmodern naar posthuman
Deze ontwikkelingen, die bovendien almaar sneller gaan, maken dat met name vanuit de academische wereld het huidige tijdperk – na het postmoderne – als Posthuman wordt aangeduid. Die term verwijst naar een ongekende paradigmaverschuiving in de geschiedenis van de mensheid; de mogelijkheid van een wereld waarin de mens niet langer centraal staat. Daartoe moet het dualistische en hiërarchische Verlichtingsdenken definitief worden ontmanteld. ‘De mens’ wordt daarin namelijk niet alleen maatgevend gemaakt ten opzichte van alle andere levende wezens maar ook impliciet gelijk gesteld aan een witte, westerse man. Posthuman staat dan ook niet zozeer voor ‘na de mens’ maar voor voorbij het idee van ‘de mens’ als eenduidig concept.
Iedereen cyborg
De geboorte van de eerste genetisch gemanipuleerde baby’s begin vorig jaar in China en het feit dat er op dit moment al enkele duizenden individuen rondlopen die de eerste stappen richting cyborg hebben gezet, dwingt ons onze definitie van de mens te herzien. Diegenen die op een dergelijke wijze met (bio)technologie in het menselijk leven en hun eigen lichaam ingrijpen, maken duidelijk zichtbaar in hoeverre die technologie – en daarmee design – onderdeel is geworden van ons aller identiteit. Volgens cyborg-pionier Neil Harbisson eisen hijzelf en mensen zoals hij een nieuw grondrecht op; het recht jezelf te ontwerpen.
De traditionele scheiding tussen lichaam en geest waarbij het lichaam de drager van de geest is, is door de opkomst van informatietechnologie in de afgelopen decennia al ondergraven. Zou het immers niet mogelijk zijn de menselijke geest in de toekomst op een andere drager te plaatsen? Het lichaam neemt dan ook een centrale maar ambivalente plek in binnen het thema Posthuman. Enerzijds fungeert zij als interface tussen mens en (bio)technologie. Als zodanig is ze de nexus van allerlei verbeteringen. Anderzijds lijkt het lichaam te moeten worden overwonnen. De posthumane mens dient dan uiteindelijk los te komen van haar ‘aardse’ drager, of zal, zoals in het geval van kunstmatige intelligentie iets scheppen dat de mensheid overstijgt of zelfs vervangt. Gaandeweg verliest het zijn contouren en wordt het opgenomen in een netwerk van biologie en technologie, cultuur en natuur
Experimenteel en speculatief
Dit klinkt, zo kan ik mij voorstellen, als een nogal theoretisch en abstract verhaal. Daar kan ik bij aanvoeren dat dit inherent is aan het onderwerp. Mijn kwaliteiten als schrijver kunnen hier ook debet aan zijn. Vandaar ook dat ik het onderwerp in de vorm van een tentoonstelling heb willen brengen. Dat is als curator immers mijn forte. Veel van de toekomstgerichte ontwerpen in de tentoonstelling BodyDrift zijn vanuit hun aard echter experimenteel en speculatief, waarmee de indruk bij de bezoeker zou kunnen ontstaan dat het (Posthuman) een ver-van-mijn-bed-show betreft. Om in de tentoonstelling de actualiteit van het onderwerp extra onder het voetlicht te brengen hebben we een ‘newsfeed’ geïntroduceerd. Op drie door de zaal verspreide beeldschermen – één per groep – zijn montages van nieuwsberichten uit de hele wereld te zien die aantonen hoever de ontwikkelingen die worden aangesneden reeds doorwerken in de samenleving.
The future is now
De ontdekkingen en uitvindingen in de reportages zijn ongelofelijk en tot voor kort zelfs onvoorstelbaar. Wat de items bovenal aantonen is dat zelfs de meest experimentele werken in de tentoonstelling niet zo speculatief zijn als ze in eerste instantie lijken. De feiten zijn vaak vreemder dan fictie.Er zijn beelden te zien van mensen die – al dan niet om medische redenen – technologie al vergaand in hun lichaam integreren door middel van protheses. In andere ‘feeds’ is te zien hoe we als het om surveillance gaat feitelijk al onder ‘Big Brother’ leven en dat we inmiddels de meeste spelletjes verliezen van kunstmatige intelligentie. Dit zijn maar een paar van de talloze voorbeelden die aantonen dat Posthuman geen toekomstmuziek is. Het embleem van de Verlichting; de ‘Vitruvius-mens’ (vanzelfsprekend een man!) is allang dood en begraven. [“For whom the bell tolls…? It tolls for thee.”]
Van being naar becoming
Maar ‘de’ toekomst bestaat natuurlijk niet, ontwikkelingen zijn in flux, en de tijden veranderen voortdurend. Zeker in het geval van Posthuman waar ‘becoming’ wordt verkozen over ‘being’. Vandaar dat ik, als gezegd, in de volgende artikelen telkens een aspect van het Posthuman verhaal zal belichten waarbij het (veranderende) lichaam vaak het vertrekpunt zal zijn. De huidige corona-crisis zal ook aan bod komen. Deze heeft in mijn ogen veel posthumane trekken en brengt in ieder geval een aantal ermee verbonden tendensen meer aan de oppervlakte. Voor nu sluit ik af met een citaat van journalist Rowan Moore afkomstig uit een bespreking van de V&A tentoonstelling The Future Starts Here (2018) in de Britse krant The Observer:
“The interaction of the material and the virtual can work in at least two directions. The physical – and especially the human body – can be augmented, empowered and given unprecedented capacities. Or it can become a negotiable, fragile, decreasingly essential vessel for the play of networks and systems within it and without.”
Fredric Baas
conservator Design Museum Den Bosch