Nieuwe, gestroomlijnde voertuigen werden in advertenties en reclames vaak aangeprezen als de toekomst van het vervoer. Stroomlijntreinen, -auto’s, -vliegtuigen en -boten kregen zo een iconische status.
Speelgoed was een populaire manier om gestroomlijnde iconen bij het brede publiek (en een jonge generatie) bekend te maken. Spellen, modellen en replica’s van stroomlijnvoertuigen werden met name voor jongens verkocht, als educatief verantwoord en tot de verbeelding sprekend speelgoed.
Macht en vooruitgang
Gestroomlijnde voertuigen kregen ook politieke betekenissen. Zowel democratieën als dictaturen waren zich in de jaren ‘30 bewust van de politieke kracht van gestroomlijnd ontwerp. Vaak werd vooruitstrevend, gestroomlijnd design gepresenteerd als een teken van de technologische macht van een land. In Groot-Brittannië werd het wereldsnelheidsrecord van de “Golden Arrow”-racewagen in 1929 breed uitgemeten. De eerste gestroomlijnde trein van Duitsland, “Der Fliegender Hamburger”, werd kort na de machtsovername door het naziregime van Adolf Hitler in gebruik genomen. Het regime streek graag met de eer voor de nieuwe gestroomlijnde treinen, ook al waren die al eerder ontwikkeld.
De stroomlijn verkopen
Ondanks de populariteit van deze iconen, sloegen gestroomlijnde vormen niet altijd meteen aan bij het grote publiek. In 1934 bracht de Amerikaanse autofabrikant Chrysler de Airflow op de markt. Deze auto was gebaseerd op de nieuwste aerodynamische inzichten. Hij werd dan ook aangeprezen als de comfortabele, hoogtechnologische auto van de toekomst. Maar de opvallend ronde auto, zonder uitstekende koplampen, sloeg niet aan bij het grote publiek. De Airflow leek niet genoeg op de auto’s die het al kende. Om de commerciële flop recht te zetten introduceerde Chrysler een jaar later de Airstream, die in vorm meer leek op gangbare auto’s.