Alles ist Architektur is de titel van een manifest dat Hans Hollein in 1968 in het tijdschrift Bau publiceert. Volgens Hollein is de traditionele definitie van architectuur niet langer relevant. ‘Onze inspanningen zijn gericht op het milieu als geheel en op alle media die dat bepalen. Zowel de televisie als het kunstmatige klimaat, de transporten als de kleding, de telefoon en de woning.’ Architectuur is niet per se een gebouw; een architectonische ervaring kan door middel van technische hulpmiddelen worden opgeroepen. ‘Gebouwen kunnen dus gesimuleerd worden.’
In zijn manifest toont Hollein voorbeelden van verschillende soorten architectonische ervaringen: alledaagse voorwerpen die vergroot worden tot gigantische proporties, beeldende kunst, pillen, sprays, elektronica, computercode en opblaasbare structuren. ‘Een echte architectuur van onze tijd is daarom bezig zich zowel als medium opnieuw te definiëren, alsook op dat gebied haar middelen uit te breiden.’
Als alles architectuur is, is vanzelfsprekend ook iedereen architect. Het manifest toont architecten die uiteindelijk vanwege een heel andere carrière beroemd of berucht werden: cineast Sergej Eisenstein en schrijver Max Frisch, modeontwerpers André Courrèges en Paco Rabanne, nazi-jager Simon Wiesenthal en naziminister Albert Speer.
In wat ook wel ‘the Inflatable Era’ wordt genoemd, werd opblaasbare architectuur vervaardigd als voorwaarde voor een nieuwe, nomadische levenswijze. De ruimtevaart diende als inspiratiebron voor deze capsules. Zijn deze hightech hide-outs echter posthuman, of juist niet?
“A little world in which the big one holds its tryouts”, zo beschrijft gastcurator en hoogleraar Bart Lootsma de ontwikkeling van Oostenrijkse avant-gardebewegingen in de twintigste eeuw. In deze lezingenreeks plaatst Lootsma het ‘Radicale Oostenrijk’ van de jaren zestig in de context van de lange Oostenrijkse traditie van kunst en architectuur.
Bij bezoek aan de tentoonstelling krijg je de catalogus mee. Hierin vind je zowel de bijschriften van alle werken die op zaal te zien zijn, als inhoudelijke teksten ter toelichting van belangrijke makers en thema’s. De digitale versie is hier te bekijken.
Posthuman; als je ogen eenmaal geopend zijn zie je het overal. Maar wat is het eigenlijk? In deze terugkerende reeks legt conservator Fredric Baas het uit. In de eerste column focust Baas zich op het veranderende menselijke lichaam, iets wat Oostenrijkse ontwerpers in de jaren zestig al onderzochten.
Parallel aan de tentoonstelling presenteert architekturtheorie.eu een selectie van films over en door de protagonisten van de tentoonstelling, oorspronkelijk gemaakt voor en uitgezonden door het ORF. De films zijn vaak net zo radicaal als de mensen, ideeën en het werk in de tentoonstelling.
De behoefte aan radicale verandering manifesteerde zich in het naoorlogse Oostenrijk in een serie megalomane stadsontwerpen. Deze projecten delen een obsessie met technologie en infrastructuur en een drang om compleet nieuwe manieren van samenleven te creëren.
Het Aktionisme is de geheel eigen, Oostenrijkse variant van de performancekunst. Door middel van choreografieën met naakte lichamen, verf en bloed in combinatie met luide muziek brachten zij de deelnemers en het publiek in een roes.
De ontwerpers en kunstenaars in de Oostenrijkse avant-garde waren geobsedeerd door theorieën over maatschappelijke verandering. Hoewel hun manifesten vaak erg radicaal waren, werden opvallend veel concrete projecten gerealiseerd.
De optredens van de Aktionisten zorgden steeds vaker voor schandalen. Dit culmineerde in 1968 in de happening Kunst und Revolution die in het kader van studentenprotesten georganiseerd werd door de kunstenaar Peter Weibel en plaatsvond in een prominente collegezaal van de Weense universiteit.
‘Schöner Wohnen, of de vernietiging van de bewoonbare doodskist’ is een film die architectuurcollectief Salz der Erde in 1971 maakte, en waarin het ideaal van het gelijknamige smaakvol-burgerlijke woontijdschrift genadeloos onderuit wordt gehaald.
In de jaren zestig werd het lichaam het uitgangspunt voor een radicale herbezinning op architectuur, design, mode en kunst. De grenzen tussen die disciplines verdwenen steeds meer.
In de jaren zestig en zeventig veranderen nieuwe media als radio, telefoon en tv de relatie tussen mens en omgeving. De impact op de menselijke ervaring van de omgeving, maakt waarneming een belangrijk thema voor veel kunstenaars en ontwerpers in deze periode.
Het besef dat de cybernetica het functioneren van design, architectuur en stedenbouw ingrijpend zou gaan beïnvloeden, was in Oostenrijk al vroeg aanwezig. Over de consequenties daarvan wordt in tal van projecten gespeculeerd.
De prototypen van Walter Pichler zijn perfect uitgevoerde en functionerende meubels en gebruiksvoorwerpen. Door bepaalde effecten van het gebruik van dagelijkse objecten te benadrukken, laten deze prototypen de kille en vervreemdende werking ervan zien.
In een serie experimenten van Coop Himmelb(l)au wordt onderzocht hoe menselijke proefpersonen op intensieve media-ervaringen reageren en hoe deze reacties teruggekoppeld kunnen worden naar die media.
Van 1967 tot 1971 werkt Haus-Rucker-Co aan het Mind Expanding Program. Het programma heeft als doel om het menselijk bewustzijn en de gebouwde omgeving op verschillende niveaus uit te breiden.
De oliecrisis en de milieuproblematiek leiden internationaal tot een herbezinning op de technologische fascinaties van de avant-gardes van de jaren zestig. Vooral Haus-Rucker-Co reflecteert met grote installaties op de consequenties van milieuvervuiling.
Beheer cookie toestemming
Om de beste ervaringen te bieden, gebruiken wij technologieën zoals cookies om informatie over je apparaat op te slaan en/of te raadplegen. Door in te stemmen met deze technologieën kunnen wij gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site verwerken. Als je geen toestemming geeft of je toestemming intrekt, kan dit een nadelige invloed hebben op bepaalde functies en mogelijkheden.
Functioneel
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een site of over verschillende sites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.